Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kasteelheer:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kasteelheer (Nederlands) in het Frans

kasteelheer:

kasteelheer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kasteelheer (burchtheer; slotheer)
    le châtelain; le seigneur

Vertaal Matrix voor kasteelheer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
châtelain burchtheer; kasteelheer; slotheer burchtvoogd; caféhouder; herbergier; kastelein; kroegbaas; waard
seigneur burchtheer; kasteelheer; slotheer baas; beheerser; bevelhebber; burchtvoogd; gebieder; grondbezitter; grondeigenaar; heer; heerser; landbezitter; landeigenaar; landheer; landsheer; machthebber; meester; soeverein

Verwante woorden van "kasteelheer":

  • kasteelheren