Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. katoen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor katoen (Nederlands) in het Frans

katoen:

katoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de katoen (boomwol)
    la chaussette; le coton; la toile de coton
  2. de katoen (katoengaren; katoendraad)
    le coton; le fil de coton; la toile de coton
  3. de katoen (katoenstof)
    le coton; la toile de coton

katoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de katoen
    le coton
    • coton [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor katoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaussette boomwol; katoen
coton boomwol; katoen; katoendraad; katoengaren; katoenstof katoenpluis
fil de coton katoen; katoendraad; katoengaren
toile de coton boomwol; katoen; katoendraad; katoengaren; katoenstof

Verwante woorden van "katoen":


Wiktionary: katoen

katoen
noun
  1. een zachte vezel die uit de opperhuid (epidermis) van de zaden van de katoenplant groeit
katoen
noun
  1. fibre textile végétale, issue de la bourre composée de filaments longs, fins, soyeux, qui enveloppe les graines du cotonnier.

Cross Translation:
FromToVia
katoen coton cotton — plant
katoen coton cotton — fiber
katoen coton Baumwolle — die Samenhaare der Baumwollpflanze (Gossypium), einer strauchigen Malvaceengattung mit walnussgroßen Fruchtkapseln, die lange Baumwollhaare und kurze Filzhaare herausquellen lassen

Verwante vertalingen van katoen