Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kistjes:
  2. kistje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kistjes (Nederlands) in het Frans

kistjes:

kistjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kistjes (schoenen; schoeisel)
    la chaussures; le souliers
  2. de kistjes (schrijnen)
    la châsses; le reliquaires

Vertaal Matrix voor kistjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaussures kistjes; schoeisel; schoenen
châsses kistjes; schrijnen
reliquaires kistjes; schrijnen
souliers kistjes; schoeisel; schoenen

Verwante woorden van "kistjes":


kistjes vorm van kistje:

kistje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kistje (kratje)
    la caisse; la boîte
    • caisse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • boîte [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kistje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boîte kistje; kratje bajes; bak; blik; blikje; box; buitenkant; bus; doos; emballage; gevangenis; huls; lik; nor; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergblik; opbergruimte; pakje; pakket; petoet; postpakket; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats; trommel; verpakking
caisse kistje; kratje kasregister; kist; krat
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
caisse kist

Verwante woorden van "kistje":