Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. klooi:
  2. klooien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klooi (Nederlands) in het Frans

klooi:

klooi [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de klooi
    l'empoté; la cloche
    • empoté [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cloche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klooi:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloche klooi bel; boerenhuis; deksel; dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; dop; einder; flierefluiter; geitenbreier; gezichtseinder; horizon; kaasstolp; kim; klok; klokje; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leeghoofdje; leegloper; lijntrekker; luidklok; nietsnut; pendule; polshorloge; schel; slampamper; slapkous; stolp; stolphuis; stulpkooi; sufferdje; torenklok; uurwerk; zakhorloge; zakuurwerk
empoté klooi klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empoté opgeschoten; stoethaspelig

Verwante woorden van "klooi":


klooi vorm van klooien:

klooien werkwoord (klooi, klooit, klooide, klooiden, geklooid)

  1. klooien (rotzooien; aanklooien)
    gâcher; déconner
    • gâcher werkwoord (gâche, gâches, gâchons, gâchez, )
    • déconner werkwoord (déconne, déconnes, déconnons, déconnez, )

Conjugations for klooien:

o.t.t.
  1. klooi
  2. klooit
  3. klooit
  4. klooien
  5. klooien
  6. klooien
o.v.t.
  1. klooide
  2. klooide
  3. klooide
  4. klooiden
  5. klooiden
  6. klooiden
v.t.t.
  1. heb geklooid
  2. hebt geklooid
  3. heeft geklooid
  4. hebben geklooid
  5. hebben geklooid
  6. hebben geklooid
v.v.t.
  1. had geklooid
  2. had geklooid
  3. had geklooid
  4. hadden geklooid
  5. hadden geklooid
  6. hadden geklooid
o.t.t.t.
  1. zal klooien
  2. zult klooien
  3. zal klooien
  4. zullen klooien
  5. zullen klooien
  6. zullen klooien
o.v.t.t.
  1. zou klooien
  2. zou klooien
  3. zou klooien
  4. zouden klooien
  5. zouden klooien
  6. zouden klooien
diversen
  1. klooi!
  2. klooit!
  3. geklooid
  4. klooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor klooien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
déconner aanklooien; klooien; rotzooien lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
gâcher aanklooien; klooien; rotzooien aanrommelen; aanrotzooien; bederven; corrumperen; klungelen; klunzen; knoeien; ontbinden; prutsen; rotten; rotzooien; scharrelen; schiften; stukmaken; stuntelen; verboemelen; verbrassen; verbroddelen; verderven; verdoen; vergaan; vergallen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verloederen; verpesten; verprutsen; verrotten; verslonzen; verspillen; verteren; verzieken; verzuren; wegrotten; zuur worden

Verwante woorden van "klooien":