Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koelheid (Nederlands) in het Frans

koelheid:

koelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de koelheid (afstandelijkheid; koelte; gereserveerdheid; kilte)
    la distance; la froideur; le froid
    • distance [la ~] zelfstandig naamwoord
    • froideur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • froid [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de koelheid (koelte; frisheid)
    la fraîcheur

Vertaal Matrix voor koelheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distance afstandelijkheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte afstand; distantie; eindpunt; gebiedsafstand
fraîcheur frisheid; koelheid; koelte afkoeling; frisheid; jeugd; jeugdigheid; kilheid; kilte; koelte; kou; koude; nieuwheid; originaliteit; verkoeling; versheid
froid afstandelijkheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte frisheid; kilte; koelte; kou; koude; koudheid
froideur afstandelijkheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte afkoeling; frisheid; kilheid; kilte; koelte; kou; koude; verkoeling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
froid afstandelijk; bikkelhard; emotieloos; fris; frisjes; gevoelloos; glashard; guur; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; indifferent; keihard; kil; koel; koelbloedig; koeltjes; koud; koud en vochtig; laag van temperatuur; laconiek; lauw; liefdeloos; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongeopend; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onverschrokken; staalhard; steenhard; zeer hard; zielloos; zonder grond

Verwante woorden van "koelheid":


koelheid vorm van koel:

koel bijvoeglijk naamwoord

  1. koel (afstandelijk; koud)
    froid; réservé; froidement
  2. koel (fris; luchtig)
    frais; aéré; frisquet
  3. koel (onaangedaan; koud; onbewogen; onberoerd)
    froid; vierge; frigide; froidement; tranquille; naturel; impassible; calme; virginal; en paix; insensible; rationnel; objectif; pur; spontané; intégral; intact; calmement; objectivement; en entier; inaltéré; rationnellement; sans être dérangé
  4. koel (zakelijk; nuchter)
    rationnel; réservé; impersonel; rationnellement; avec réserve
  5. koel (fris; frisjes)
    frais; fraîche; froid; fraîchement; froidement
  6. koel (terughoudend; gereserveerd; ingetogen; )
    réservé; retenu; taciturne
  7. koel (fris)
    frais; froid
    • frais bijvoeglijk naamwoord
    • froid bijvoeglijk naamwoord
  8. koel (gekoeld)
    refroidi; frais
  9. koel (koudmakend)
    refroidissant

Vertaal Matrix voor koel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calme bedaardheid; geduld; gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; gemak; gemoedsrust; gerustheid; kalmheid; kalmte; nuchterheid; onverstoorbaarheid; rust; rustigheid; sereniteit; stilheid; stilte; vrede; vredessituatie; vredigheid; windstilte
frais afkoeling; belasting; besteding; gelduitgave; heffing; kost; kosten; leges; onkosten; toeslag; uitgaaf; uitgave; uitgaven; verkoeling
froid afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; koudheid
naturel eenvoud; naturel; natuurlijkheid; ongedwongenheid; ongekunsteldheid
objectif doel; doeleinde; doelstelling; doelwit; intentie; inzet; mikpunt; moedwil; oogmerk; schietschijf; streven; toeleg; voornemen
vierge maagd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec réserve koel; nuchter; zakelijk ingetrokken
aéré fris; koel; luchtig
calme koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen bedaard; berustend; gedeisd; gelaten; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; lijdelijk; onbewogen; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stil; stilletjes aan; vrijuit; windstil
calmement koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen akkertje; bedaard; gelijkmoedig; gemak; kalm; kalmaan; kalmpjes; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustigjes; stilletjes aan; vrijuit
en entier koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; voluit
en paix koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit
frais fris; frisjes; gekoeld; koel; luchtig kil; koeltjes; nieuw; nieuwbakken; nieuwe; onbestorven; vers; versgebakken
fraîche fris; frisjes; koel
fraîchement fris; frisjes; koel nieuw; nieuwbakken; vers; versgebakken
frigide koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen frigide
frisquet fris; koel; luchtig
froid afstandelijk; fris; frisjes; koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen bikkelhard; emotieloos; gevoelloos; glashard; guur; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; indifferent; keihard; kil; koelbloedig; koeltjes; koud; koud en vochtig; laag van temperatuur; laconiek; lauw; liefdeloos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongeopend; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onverschrokken; staalhard; steenhard; zeer hard; zielloos; zonder grond
froidement afstandelijk; fris; frisjes; koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen doodgemoedereerd; doodkalm; guur; kil; koelbloedig; koeltjes; koud en vochtig; onverschrokken
impassible koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen bedaard; chagrijnig; emotieloos; gelijkmoedig; gerust; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; kalm; knorrig; koelbloedig; korzelig; liefdeloos; luchthartig; nors; nurks; onaandoenlijk; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbekommerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; onbuigzaam; onderkoeld; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; ongevoelig; onverschillig; onverschrokken; onverstoord; onverzettelijk; onverzwakt; rustig; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; verstard; vrijuit; zielloos; zorgeloos
impersonel koel; nuchter; zakelijk
inaltéré koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen gaaf; heel; heelhuids; intact; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongerept; ongeschonden; onverzwakt; puur; virginaal; zuiver
insensible koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen bikkelhard; emotieloos; geen pijn voelend; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; keihard; liefdeloos; niet-voelend; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevoelig; onmerkbaar; staalhard; steenhard; zielloos
intact koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen gaaf; heel; heelhuids; intact; kuis; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onbeschadigd; onbevlekt; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongerept; ongeschonden; onschuldig; onverkort; onverzwakt; puur; rein; schadeloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver
intégral koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen algeheel; allemaal; alles; compleet; foutloos; integraal; kompleet; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onverkort; perfect; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen
naturel koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen 'tuurlijk; aangeboren; allicht; autochtoon; bijgevolg; dus; eenvoudig; eigen; gemakkelijk; in een handomdraai; ingeboren; inheems; inlands; licht; logisch; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongecompliceerd; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; onontkomelijk; simpel; uiteraard; van nature aanwezig; vanzelf; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel
objectif koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen neutraal; objectief; onpartijdig; onzijdig
objectivement koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen objectief; onpartijdig
pur koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen brandschoon; echt; gaaf; gekuist; gewoonweg; klare; klinkklaar; kuis; maagdelijk; natuurlijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onbevlekt; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; onvervalst; onverzwakt; pure; puur; rechttoe; rein; smetteloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere
rationnel koel; koud; nuchter; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; zakelijk beredeneerd; rationeel; redelijk; verstandelijk
rationnellement koel; koud; nuchter; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; zakelijk logisch; volgens de logica
refroidi gekoeld; koel
refroidissant koel; koudmakend
retenu geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende afgehouden; bescheiden; discreet; discrete; gematigd; geremd; getemperd; ingehouden; ingetogen; kies; onbuigzaam; onverzettelijk; stemmig; stijfkoppig; stug; taai
réservé afstandelijk; geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; koud; nuchter; terughoudend; terughoudende; zakelijk bescheiden; besproken; discreet; discrete; gematigd; gereserveerd; gesloten; getemperd; ingetogen; ingetrokken; kies; onbuigzaam; onverzettelijk; opzijgezet; stemmig; stijfkoppig; stil; stug; taai; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
sans être dérangé koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit
spontané koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen natuurlijk; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend
taciturne geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende geluidloos; gesloten; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stil; stilzwijgend; stug; taai; taciturn; weinig spraakzaam; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam
tranquille koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; geluidloos; gerust; kalm; kalmpjes; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustige; sereen; stil; stilletjes aan; stilzwijgend; vrijuit; zonder geluid; zorgeloos; zwijgend
vierge koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen blanco; gaaf; inhoudsloos; kuis; leeg; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbeschreven; onbevlekt; ongebruikt; ongecultiveerd; ongeopend; ongerept; oningevuld; onontgonnen; onschuldig; onverzwakt; puur; rein; virginaal; zuiver
virginal koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen gaaf; kuis; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbevlekt; ongebruikt; ongeopend; ongerept; onschuldig; puur; rein; virginaal; zuiver

Verwante woorden van "koel":

  • koelheid, koeler, koelere, koelst, koelste, koele

Wiktionary: koel


Cross Translation:
FromToVia
koel froid cold — having a low temperature
koel froid cold — unfriendly
koel frais cool — having a slightly low temperature