Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. komen na:
  2. nakomen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor komen na (Nederlands) in het Frans

komen na:

komen na werkwoord (kom na, komt na, kwam na, kwamen na, gekomen na)

  1. komen na (navolgen)
    suivre; succéder à; marcher sur les traces de; poursuivre; succéder
    • suivre werkwoord (suis, suit, suivons, suivez, )
    • succéder à werkwoord
    • poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, )
    • succéder werkwoord (succède, succèdes, succédons, succédez, )

Conjugations for komen na:

o.t.t.
  1. kom na
  2. komt na
  3. komt na
  4. komen na
  5. komen na
  6. komen na
o.v.t.
  1. kwam na
  2. kwam na
  3. kwam na
  4. kwamen na
  5. kwamen na
  6. kwamen na
v.t.t.
  1. ben gekomen na
  2. bent gekomen na
  3. is gekomen na
  4. zijn gekomen na
  5. zijn gekomen na
  6. zijn gekomen na
v.v.t.
  1. was gekomen na
  2. was gekomen na
  3. was gekomen na
  4. waren gekomen na
  5. waren gekomen na
  6. waren gekomen na
o.t.t.t.
  1. zal komen na
  2. zult komen na
  3. zal komen na
  4. zullen komen na
  5. zullen komen na
  6. zullen komen na
o.v.t.t.
  1. zou komen na
  2. zou komen na
  3. zou komen na
  4. zouden komen na
  5. zouden komen na
  6. zouden komen na
diversen
  1. kom na!
  2. komt na!
  3. gekomen na
  4. komend na
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor komen na:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marcher sur les traces de komen na; navolgen
poursuivre komen na; navolgen achternagaan; achternalopen; avanceren; azen; bedoelen; beogen; berechten; continueren; daarnaast doen; doorgaan; doorlopen; doorrijden; doorwerken; een stapje verder gaan; nalopen; prolongeren; prooizoeken; ten doel hebben; verder doen; verder lopen; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten
succéder komen na; navolgen navolgen; opvolgen; volgen
succéder à komen na; navolgen
suivre komen na; navolgen achternagaan; achternalopen; belopen; betreden; bewandelen; bijbenen; bijblijven; bijhouden; gehoorzamen; luisteren; naleven; nalopen; navolgen; opvolgen; te voet afleggen; traceren; volgen

nakomen:

nakomen werkwoord (kom na, komt na, kwam na, kwamen na, nagekomen)

  1. nakomen
    respecter; observer
    • respecter werkwoord (respecte, respectes, respectons, respectez, )
    • observer werkwoord (observe, observes, observons, observez, )

Conjugations for nakomen:

o.t.t.
  1. kom na
  2. komt na
  3. komt na
  4. komen na
  5. komen na
  6. komen na
o.v.t.
  1. kwam na
  2. kwam na
  3. kwam na
  4. kwamen na
  5. kwamen na
  6. kwamen na
v.t.t.
  1. ben nagekomen
  2. bent nagekomen
  3. is nagekomen
  4. zijn nagekomen
  5. zijn nagekomen
  6. zijn nagekomen
v.v.t.
  1. was nagekomen
  2. was nagekomen
  3. was nagekomen
  4. waren nagekomen
  5. waren nagekomen
  6. waren nagekomen
o.t.t.t.
  1. zal nakomen
  2. zult nakomen
  3. zal nakomen
  4. zullen nakomen
  5. zullen nakomen
  6. zullen nakomen
o.v.t.t.
  1. zou nakomen
  2. zou nakomen
  3. zou nakomen
  4. zouden nakomen
  5. zouden nakomen
  6. zouden nakomen
diversen
  1. kom na!
  2. komt na!
  3. nagekomen
  4. nakomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nakomen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
observer nakomen aankijken; aanschouwen; achten; bekijken; bemerken; bespeuren; bewaken; bezichtigen; blikken; blikken werpen; eerbiedigen; gadeslaan; gewaarworden; hoogachten; hoogschatten; horen; in de gaten houden; in het oog houden; inspecteren; kijken; merken; observeren; onderscheiden; ontwaren; opletten; opmerken; patrouilleren; respecteren; signaleren; staren; surveilleren; te zien krijgen; toekijken; toeschouwen; toezicht houden; toezien; turen; voelen; waarnemen; zien
respecter nakomen achten; appreciëren; buigen; eerbied tonen; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; houden aan; in acht nemen; ontzien; op prijs stellen; opkijken tegen; respecteren; sparen; verschonen; waarderen


Verwante vertalingen van komen na