Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kous:
  2. kou:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kous (Nederlands) in het Frans

kous:

kous [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kous
    le bas; le mi-bas
    • bas [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mi-bas [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kous:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bas kous kniekous
mi-bas kous kniekous; kniekousen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bas achterbaks; banaal; bedriegelijk; diep; doortrapt; gedempt; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; halfluid; laag; laag liggend; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; leep; listig; lomp; nagemaakt; niet hoog; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; ploertig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; vunzig

Verwante woorden van "kous":


Verwante definities voor "kous":

  1. kledingstuk voor voet en been1
    • ik draag geen sokken maar kousen in de winter1

Wiktionary: kous

kous
noun
  1. een aansluitend, meer of minder elastisch kledingstuk dat de voet en (een deel van) het been bedekt
kous
noun
  1. Partie inférieure d’un objet.
  2. Vêtement

Cross Translation:
FromToVia
kous bas stocking — garment (for translations of "sock", see sock)

kou:

kou [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kou (koude)
    le froid; la froideur; la fraîcheur

Vertaal Matrix voor kou:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fraîcheur kou; koude afkoeling; frisheid; jeugd; jeugdigheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; nieuwheid; originaliteit; verkoeling; versheid
froid kou; koude afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; koudheid
froideur kou; koude afkoeling; afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; verkoeling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
froid afstandelijk; bikkelhard; emotieloos; fris; frisjes; gevoelloos; glashard; guur; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; indifferent; keihard; kil; koel; koelbloedig; koeltjes; koud; koud en vochtig; laag van temperatuur; laconiek; lauw; liefdeloos; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongeopend; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onverschrokken; staalhard; steenhard; zeer hard; zielloos; zonder grond

Verwante woorden van "kou":


Verwante definities voor "kou":

  1. het heersen van een lage temperatuur1
    • we kregen veel kou in januari1

Wiktionary: kou


Cross Translation:
FromToVia
kou malaise; indisposition; refroidissement; rhume Dalleswestmitteldeutsch, umgangssprachlich: vorübergehendes, leichtes Unwohlsein; Erkältung

Verwante vertalingen van kous