Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. krakelen:
  2. krakeel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor krakelen (Nederlands) in het Frans

krakelen:

krakelen werkwoord

  1. krakelen (ruzie maken; ruziën; twisten; kiften; kijven)
    se disputer; se quereller; argumenter; se chamailler
    • se disputer werkwoord
    • se quereller werkwoord
    • argumenter werkwoord (argumente, argumentes, argumentons, argumentez, )
    • se chamailler werkwoord

Vertaal Matrix voor krakelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argumenter kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten argumenteren; beredeneren; betogen; beweren; debatteren; demonstreren; discussiëren; disputeren; pretenderen; redeneren; redetwisten; stellen; twisten; verklaren; voorgeven
se chamailler kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; duelleren; kampen; kibbelen; kiften; knokken; matten; vechten
se disputer kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekvechten; beledigen; hakketakken; ruzieën; schelden; twisten; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden
se quereller kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; beledigen; duelleren; kampen; kibbelen; kiften; knokken; matten; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; vechten

Verwante woorden van "krakelen":


krakeel:

krakeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het krakeel (drukte; heisa)
    le tracas
    • tracas [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor krakeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tracas drukte; heisa; krakeel beslommering; conditie; gepeins; gepieker; geprakkizeer; rompslomp; staat; toestand

Verwante woorden van "krakeel":