Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. lassen:
  2. las:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lassen (Nederlands) in het Frans

lassen:

lassen werkwoord (las, last, laste, lasten, gelast)

  1. lassen
    souder; joindre
    • souder werkwoord (soude, soudes, soudons, soudez, )
    • joindre werkwoord (joins, joint, joignons, joignez, )
  2. lassen (aaneenlassen)
    souder; braser; joindre; coudre; empatter
    • souder werkwoord (soude, soudes, soudons, soudez, )
    • braser werkwoord
    • joindre werkwoord (joins, joint, joignons, joignez, )
    • coudre werkwoord (couds, coudt, cousons, cousez, )
    • empatter werkwoord

Conjugations for lassen:

o.t.t.
  1. las
  2. last
  3. last
  4. lassen
  5. lassen
  6. lassen
o.v.t.
  1. laste
  2. laste
  3. laste
  4. lasten
  5. lasten
  6. lasten
v.t.t.
  1. heb gelast
  2. hebt gelast
  3. heeft gelast
  4. hebben gelast
  5. hebben gelast
  6. hebben gelast
v.v.t.
  1. had gelast
  2. had gelast
  3. had gelast
  4. hadden gelast
  5. hadden gelast
  6. hadden gelast
o.t.t.t.
  1. zal lassen
  2. zult lassen
  3. zal lassen
  4. zullen lassen
  5. zullen lassen
  6. zullen lassen
o.v.t.t.
  1. zou lassen
  2. zou lassen
  3. zou lassen
  4. zouden lassen
  5. zouden lassen
  6. zouden lassen
en verder
  1. is gelast
diversen
  1. las!
  2. last!
  3. gelast
  4. lassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de lassen (welnaden; lasnaden)
    la soudures

Vertaal Matrix voor lassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joindre aanlassen
soudures lasnaden; lassen; welnaden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
braser aaneenlassen; lassen
coudre aaneenlassen; lassen hechten; vastnaaien
empatter aaneenlassen; lassen
joindre aaneenlassen; lassen aaneenschakelen; afspreken; bij elkaar leggen; bijdoen; bijeen voegen; bijsluiten; bijvoegen; binden; boeien; bundelen; combineren; doorverbinden; een fusie aangaan; elkaar ontmoeten; elkaar zien; erbij doen; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; fuseren; ineensmelten; ketenen; kluisteren; koppelen; meegeven; meesturen; meezenden; paren; samenbundelen; samengaan; samenkomen; samenkoppelen; samensmelten; samenvoegen; toevoegen; treffen; verbinden; versmelten; voegen
souder aaneenlassen; lassen hardsolderen; solderen

Verwante woorden van "lassen":


Wiktionary: lassen

lassen
verb
  1. joindre des pièces de métal ensemble, au moyen d’une composition métallique fusible.

Cross Translation:
FromToVia
lassen braser; souder weld — to join materials (especially metals) by applying heat

lassen vorm van las:

las [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de las (lasnaad; welnaad)
    la soudure; le joint
    • soudure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • joint [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de las (samenvoeging; verbinding)
    la soudure; le joint; la jonction; l'assemblage; le raccord
    • soudure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • joint [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jonction [la ~] zelfstandig naamwoord
    • assemblage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • raccord [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de las (tussenvoegsel; tussenstuk; tussenzetsel)
    le raccord
    • raccord [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor las:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assemblage las; samenvoeging; verbinding aaneenkoppeling; aaneenvoeging; accumulatie; assemblage; assembleren; bijeenlegging; hoop; koppeling; montage; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; samenstelling; samenvoeging; stapel; verbinding
joint las; lasnaad; samenvoeging; verbinding; welnaad metselwerk; naad; stickie; voeg; voegwerk
jonction las; samenvoeging; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; aanvoegen; connectie; contact; koppeling; kruising; kruising van straten; kruispunt; samenvoeging; splitsing; spoorwegknooppunt; verbinden; verbinding; wegkruising; wegsplitsing
raccord las; samenvoeging; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verbinding aaneenkoppeling; aansluitstuk; fitting; koppeling; verbinding; verbindingsstuk
soudure las; lasnaad; samenvoeging; verbinding; welnaad overbrugging; soldeer; soldeerpasta; soldeersel; vloeimiddel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joint bijeengevoegd; samengevoegd

Verwante woorden van "las":