Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. leerstuk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leerstuk (Nederlands) in het Frans

leerstuk:

leerstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het leerstuk (geloofsleer; leerstelling; leer; lering)
    le cours; la lecture; la conférence; la séance; la doctrine religieuse; l'interprétation; le dogme; l'exposé; la leçon

Vertaal Matrix voor leerstuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conférence geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering beraadslaging; bijeenkomst; conferentie; congres; declamatie; essay; inleiding; introductie; leesbeurt; lezing; overleg; proloog; samenkomst; spreekbeurt; spreekbeurten; vergadering; verhandeling; versvoordracht; voorbericht; voordracht; voorlezing; voorwoord; werkstuk
cours geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering aandelenkoersen; algemeenheid; beloop; college; cursus; gangbaarheid; gebruikelijkheid; hofjes; instructie; kleine huisjes om binnenplein; koersen; kursus; leergang; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs; ontwikkelingsgang; progressie; schoolpleinen; speelplaatsen; speelpleinen; studie; universitaire les; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
doctrine religieuse geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering kerkleer
dogme geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering basis; basisbeginsel; beginsel; dogma; fundament; geloofsartikel; grondbeginsel; grondbegrip; grondregel; grondslag; grondstelling; hoeksteen; kerkleer; leerbegrip; leerstelling; principe; uitgangspunt; vaststaande leerstelling
exposé geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering bericht; betoog; declamatie; denkbeeld; essay; geschiedenis; gezichtspunt; grondplan; idee; inleiding; interpretatie; introductie; inzicht; leesbeurt; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; plattegrond; proloog; referaat; relaas; situatieschets; situatietekening; stadskaart; standpunt; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; verhandeling; verslag; versvoordracht; vertelling; vertelsel; visie; voorbericht; voordracht; voorlezing; voorwoord; werkstuk; zienswijze
interprétation geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering denkbeeld; descriptie; gezichtspunt; idee; iemand nadoen; imitatie; interpretatie; inzicht; lezing; mening; nabootsing; nadere beschrijving; navolging; omschrijving; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; tolken; uitbeelding; vertaling; vertolking; visie; zienswijze
lecture geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering afspelen; lectuur; leesbeurt; leesvoer; lezen; lezing; versie; voorlezing
leçon geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering cursus; instructie; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs
séance geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering beraadslaging; conferentie; les; lesuur; overleg; samenkomst; seance; sessie
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cours cursus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exposé belicht; beschenen; bijgelicht; geopend; helder geworden; ontsloten; opengelegd; opgehelderd; opgetrokken; toegelicht; uitgelegd; verhelderd; verlicht

Verwante woorden van "leerstuk":

  • leerstukken

Wiktionary: leerstuk

leerstuk
Cross Translation:
FromToVia
leerstuk dogme dogma — authoritative principle, belief or statement of opinion