Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. logement:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor logement (Nederlands) in het Frans

logement:

logement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het logement (gasthuis; herberg)
    l'hébergement; le logement

Vertaal Matrix voor logement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hébergement gasthuis; herberg; logement accommodatie; behuizing; hosting; huisvesting; kwartier; onderbrenging; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats
logement gasthuis; herberg; logement accommodatie; behuizing; huis; huisvesting; kwartier; logies; onderbrenging; onderdak; onderkomen; overnachting; residentie; tehuis; thuis; verblijf; verblijfplaats; woning; woonhuis

Verwante woorden van "logement":

  • logementen