Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. luidruchtigheid:
  2. luidruchtig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor luidruchtigheid (Nederlands) in het Frans

luidruchtigheid:

luidruchtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de luidruchtigheid
    le tapage; le grand bruit

Vertaal Matrix voor luidruchtigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grand bruit luidruchtigheid
tapage luidruchtigheid bekloppen; betikken; bonk; bonkend geluid; drukte; gedruis; geluid; herrie; kabaal; kouwe drukte; lawaai; leven; ophef; rumoer; spektakel; stampei; tamtam; tumult

Verwante woorden van "luidruchtigheid":


luidruchtig:

luidruchtig bijvoeglijk naamwoord

  1. luidruchtig (rumoerig; luid; lawaaierig)
    bruyant; bruyamment; animé; tumultueux; fort; turbulent; à haute voix; tapageur; tumultueuse; criard; tapageuse; brayard; tapageusement

Vertaal Matrix voor luidruchtig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruyant belhamel; raddraaier; raddraaister
criard brulboei; bulderaar; schreeuwer; schreeuwlelijk
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
tapageur belhamel; bulderaar; druktemaker; herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker; levenmaker; oproerkraaier; raddraaier; raddraaister; rustverstoorder; stokebrand; zenuwlijder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animé lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig actief; bedrijvig; bevlogen; beweeglijk; bezet; bezield; bezig; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; enthousiast; fideel; fleurig; geanimeerd; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; onrustig; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; roerig; tierig; uitgelaten; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; woelig; zonnig
brayard lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; luid; luid klinkend
bruyamment lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; hardop; joelend; luid; luid klinkend; met lawaai; schreeuwend
bruyant lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; hardop; joelend; luid; luid klinkend; roezemoezig; schreeuwend
criard lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; hoog; luid; luid klinkend; schel; scherp; schril; snerpend
fort lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; pittig; potig; prachtig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig
tapageur lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; hardop; joelend; luid; luidkeels; opzichtig; protserig; schreeuwend; schreeuwerig; uit volle borst
tapageuse lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; hardop; joelend; luid; luidkeels; schreeuwend; uit volle borst
tapageusement lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; hardop; joelend; luid; luidkeels; schreeuwend; uit volle borst
tumultueuse lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; schreeuwend
tumultueux lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; schreeuwend
turbulent lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig bewogen; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; levendig; levenslustig; monter; ongedurig; onrustig; opgetogen; opgewekt; roerig; stoeiziek; tierig; turbulent; uitbundig; uitgelaten; veelbewogen; vrolijk; woelig
à haute voix lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig hard; hardop; luid; luid klinkend; luidkeels; mondeling; uit volle borst; verbaal

Verwante woorden van "luidruchtig":

  • luidruchtigheid, luidruchtiger, luidruchtigere, luidruchtigst, luidruchtigste, luidruchtige

Wiktionary: luidruchtig


Cross Translation:
FromToVia
luidruchtig tumultueux; bruyant blustery — blowing in loud and abrupt bursts
luidruchtig bruyante; bruyant loud — noisy
luidruchtig bruyant laut — wenn etwas oder jemand viel Lärm macht, dann ist es bzw. er laut