Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. meegeven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor meegeven (Nederlands) in het Frans

meegeven:

meegeven werkwoord (geef mee, geeft mee, gaf mee, gaven mee, meegegeven)

  1. meegeven (meezenden; meesturen)
    joindre; joindre à un envoi postal
    • joindre werkwoord (joins, joint, joignons, joignez, )

Conjugations for meegeven:

o.t.t.
  1. geef mee
  2. geeft mee
  3. geeft mee
  4. geven mee
  5. geven mee
  6. geven mee
o.v.t.
  1. gaf mee
  2. gaf mee
  3. gaf mee
  4. gaven mee
  5. gaven mee
  6. gaven mee
v.t.t.
  1. heb meegegeven
  2. hebt meegegeven
  3. heeft meegegeven
  4. hebben meegegeven
  5. hebben meegegeven
  6. hebben meegegeven
v.v.t.
  1. had meegegeven
  2. had meegegeven
  3. had meegegeven
  4. hadden meegegeven
  5. hadden meegegeven
  6. hadden meegegeven
o.t.t.t.
  1. zal meegeven
  2. zult meegeven
  3. zal meegeven
  4. zullen meegeven
  5. zullen meegeven
  6. zullen meegeven
o.v.t.t.
  1. zou meegeven
  2. zou meegeven
  3. zou meegeven
  4. zouden meegeven
  5. zouden meegeven
  6. zouden meegeven
diversen
  1. geef mee!
  2. geeft mee!
  3. meegegeven
  4. meegevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor meegeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joindre aanlassen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joindre meegeven; meesturen; meezenden aaneenlassen; aaneenschakelen; afspreken; bij elkaar leggen; bijdoen; bijeen voegen; bijsluiten; bijvoegen; binden; boeien; bundelen; combineren; doorverbinden; een fusie aangaan; elkaar ontmoeten; elkaar zien; erbij doen; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; fuseren; ineensmelten; ketenen; kluisteren; koppelen; lassen; paren; samenbundelen; samengaan; samenkomen; samenkoppelen; samensmelten; samenvoegen; toevoegen; treffen; verbinden; versmelten; voegen
joindre à un envoi postal meegeven; meesturen; meezenden

Wiktionary: meegeven

meegeven
verb
  1. (overgankelijk) 1. iemand iets geven voor als die vertrokken is
  2. (inergatief) 1. inveren als er iets tegenaan komt