Nederlands

Uitgebreide vertaling voor niksen (Nederlands) in het Frans

niksen:

niksen werkwoord (niks, nikst, nikste, niksten, genikst)

  1. niksen (lanterfanten; luieren; lummelen; rondhangen; nietsdoen)
    fricoter; paresser; bricoler; flâner; déconner; traînasser; traîner; cochonner; fainéanter
    • fricoter werkwoord (fricote, fricotes, fricotons, fricotez, )
    • paresser werkwoord (paresse, paresses, paressons, paressez, )
    • bricoler werkwoord (bricole, bricoles, bricolons, bricolez, )
    • flâner werkwoord (flâne, flânes, flânons, flânez, )
    • déconner werkwoord (déconne, déconnes, déconnons, déconnez, )
    • traînasser werkwoord (traînasse, traînasses, traînassons, traînassez, )
    • traîner werkwoord (traîne, traînes, traînons, traînez, )
    • cochonner werkwoord (cochonne, cochonnes, cochonnons, cochonnez, )
    • fainéanter werkwoord (fainéante, fainéantes, fainéantons, fainéantez, )
  2. niksen (rondhangen; rondlummelen)
    traîner; flâner; traînasser
    • traîner werkwoord (traîne, traînes, traînons, traînez, )
    • flâner werkwoord (flâne, flânes, flânons, flânez, )
    • traînasser werkwoord (traînasse, traînasses, traînassons, traînassez, )

Conjugations for niksen:

o.t.t.
  1. niks
  2. nikst
  3. nikst
  4. niksen
  5. niksen
  6. niksen
o.v.t.
  1. nikste
  2. nikste
  3. nikste
  4. niksten
  5. niksten
  6. niksten
v.t.t.
  1. heb genikst
  2. hebt genikst
  3. heeft genikst
  4. hebben genikst
  5. hebben genikst
  6. hebben genikst
v.v.t.
  1. had genikst
  2. had genikst
  3. had genikst
  4. hadden genikst
  5. hadden genikst
  6. hadden genikst
o.t.t.t.
  1. zal niksen
  2. zult niksen
  3. zal niksen
  4. zullen niksen
  5. zullen niksen
  6. zullen niksen
o.v.t.t.
  1. zou niksen
  2. zou niksen
  3. zou niksen
  4. zouden niksen
  5. zouden niksen
  6. zouden niksen
diversen
  1. niks!
  2. nikst!
  3. genikst
  4. niksend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor niksen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bricoler klussen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bricoler lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; broddelen; dokteren; fröbelen; klusje opknappen; klussen; knoeien; knutselen; prutsen; rommelen; rotzooien; scharrelen; sleutelen
cochonner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanrommelen; aanrotzooien; haspelen; kladderen; kliederen; klodderen; knoeien; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip; tot een warboel maken; verwarren
déconner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanklooien; klooien; rotzooien
fainéanter lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen dralen; drentelen; leeglopen; talmen; teuten; treuzelen; vrijlopen
flâner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlummelen banjeren; drentelen; flaneren; leeglopen; rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; sjokken; slenteren; verdwaald zijn; voortsukkelen; vrijlopen
fricoter lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen sjoemelen
paresser lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
traînasser lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlummelen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; dubben; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; weifelen; zaniken; zeiken; zeuren
traîner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlummelen aanslepen; aarzelen; dralen; drentelen; dubben; flaneren; gebukt gaan onder; rondlopen; rondslenteren; rondslingeren; rondwandelen; sjouwen; slenteren; slepen; sleuren; slingeren; talmen; teuten; torsen; trekken; treuzelen; verdwaald zijn; versjouwen; verslepen; voorttrekken; weifelen; zeulen