Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. obligatoir:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor obligatoir (Nederlands) in het Frans

obligatoir:

obligatoir bijvoeglijk naamwoord

  1. obligatoir (verplicht; obligaat; vereist)
    obligatoire; obligé; engagé; ; lié; réglementaire; tenu

Vertaal Matrix voor obligatoir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lié aanknopen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lié obligaat; obligatoir; vereist; verplicht aaneengesloten; aangesloten; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; geboeid; gebonden; harmonieus; niet vrij; onvrij; saamhorig; samenhangend; vastgebonden; vastgemaakt; verbonden; verenigd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obligaat; obligatoir; vereist; verplicht verplicht zijn aan; verschuldigd
engagé obligaat; obligatoir; vereist; verplicht gebonden; niet vrij; onvrij
obligatoire obligaat; obligatoir; vereist; verplicht bindende; verplicht
obligé obligaat; obligatoir; vereist; verplicht dankbaar; erkentelijk; gebonden; niet vrij
réglementaire obligaat; obligatoir; vereist; verplicht reglementair; volgens het reglement
tenu obligaat; obligatoir; vereist; verplicht gebonden; niet vrij

Verwante woorden van "obligatoir":

  • obligatoire