Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. opdrogen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opdrogen (Nederlands) in het Frans

opdrogen:

opdrogen werkwoord (droog op, droogt op, droogde op, droogden op, opgedroogd)

  1. opdrogen (drogen)
    sécher; se déshydrater; se dessécher; se tarir; dessécher; s'assécher
    • sécher werkwoord (sèche, sèches, séchons, séchez, )
    • se déshydrater werkwoord
    • se dessécher werkwoord
    • se tarir werkwoord
    • dessécher werkwoord (dessèche, dessèches, desséchons, desséchez, )
    • s'assécher werkwoord
  2. opdrogen (uitdrogen; indrogen; verdrogen; verdorren)
    se déshydrater; se dessécher; sécher; tarir; se tarir
    • se déshydrater werkwoord
    • se dessécher werkwoord
    • sécher werkwoord (sèche, sèches, séchons, séchez, )
    • tarir werkwoord
    • se tarir werkwoord

Conjugations for opdrogen:

o.t.t.
  1. droog op
  2. droogt op
  3. droogt op
  4. drogen op
  5. drogen op
  6. drogen op
o.v.t.
  1. droogde op
  2. droogde op
  3. droogde op
  4. droogden op
  5. droogden op
  6. droogden op
v.t.t.
  1. ben opgedroogd
  2. bent opgedroogd
  3. is opgedroogd
  4. zijn opgedroogd
  5. zijn opgedroogd
  6. zijn opgedroogd
v.v.t.
  1. was opgedroogd
  2. was opgedroogd
  3. was opgedroogd
  4. waren opgedroogd
  5. waren opgedroogd
  6. waren opgedroogd
o.t.t.t.
  1. zal opdrogen
  2. zult opdrogen
  3. zal opdrogen
  4. zullen opdrogen
  5. zullen opdrogen
  6. zullen opdrogen
o.v.t.t.
  1. zou opdrogen
  2. zou opdrogen
  3. zou opdrogen
  4. zouden opdrogen
  5. zouden opdrogen
  6. zouden opdrogen
diversen
  1. droog op!
  2. droogt op!
  3. opgedroogd
  4. opdrogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opdrogen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dessécher drogen; opdrogen verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken
s'assécher drogen; opdrogen
se dessécher drogen; indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken
se déshydrater drogen; indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen
se tarir drogen; indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen
sécher drogen; indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen afdrogen; drogen; droogmaken
tarir indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen

Wiktionary: opdrogen

opdrogen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens