Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overwelven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overwelven (Nederlands) in het Frans

overwelven:

overwelven werkwoord (overwelf, overwelft, overwelfde, overwelfden, overwelfd)

  1. overwelven (overkappen; dekken)
    couvrir; recouvrir
    • couvrir werkwoord (couvre, couvres, couvrons, couvrez, )
    • recouvrir werkwoord (recouvre, recouvres, recouvrons, recouvrez, )

Conjugations for overwelven:

o.t.t.
  1. overwelf
  2. overwelft
  3. overwelft
  4. overwelven
  5. overwelven
  6. overwelven
o.v.t.
  1. overwelfde
  2. overwelfde
  3. overwelfde
  4. overwelfden
  5. overwelfden
  6. overwelfden
v.t.t.
  1. ben overwelfd
  2. bent overwelfd
  3. is overwelfd
  4. zijn overwelfd
  5. zijn overwelfd
  6. zijn overwelfd
v.v.t.
  1. was overwelfd
  2. was overwelfd
  3. was overwelfd
  4. waren overwelfd
  5. waren overwelfd
  6. waren overwelfd
o.t.t.t.
  1. zal overwelven
  2. zult overwelven
  3. zal overwelven
  4. zullen overwelven
  5. zullen overwelven
  6. zullen overwelven
o.v.t.t.
  1. zou overwelven
  2. zou overwelven
  3. zou overwelven
  4. zouden overwelven
  5. zouden overwelven
  6. zouden overwelven
diversen
  1. overwelf!
  2. overwelft!
  3. overwelfd
  4. overwelvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overwelven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couvrir dekken; overkappen; overwelven afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; begroeien; bekleden; bemantelen; berichten; beschermen; beschutten; bestrijken; bestrooien; bezaaien; blinderen; compenseren; emballeren; goedmaken; hullen; informeren; inhullen; inpakken; inwikkelen; kaften; maskeren; meedelen; melden; met gespannen voorwerp omsluiten; omhullen; omspannen; overspannen; overtrekken; rapporteren; stofferen; tijd in beslag nemen; van bekleding voorzien; vergoeden; verhullen; verpakken; verslag uitbrengen; versluieren
recouvrir dekken; overkappen; overwelven bedekken; bekleden; emballeren; inpakken; inwikkelen; overdekken; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien; verpakken