Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. passus:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor passus (Nederlands) in het Frans

passus:

passus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de passus
    le passage
    • passage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor passus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passage passus doorlaat; doorreis; doorrit; doortocht; doorvaart; hal; overgang; overloop; overtocht; overvaart; portaal; veergeld; verbindingsgang; winkelgalerij

Verwante woorden van "passus":

  • passussen