Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. profijt:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor profijt (Nederlands) in het Frans

profijt:

profijt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het profijt (baat; winst; gewin)
    le bénéfice; le profit; le gain; l'avantage
    • bénéfice [le ~] zelfstandig naamwoord
    • profit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gain [le ~] zelfstandig naamwoord
    • avantage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor profijt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avantage baat; gewin; profijt; winst bruikbaarheid; doel; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; oogst; opbrengst; overhand; pluspunt; product; rendement; uitkomst; vergoeding; voordeeltje; voortbrengsel; waarde; zin
bénéfice baat; gewin; profijt; winst begunstiging; nut; oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde; winst
gain baat; gewin; profijt; winst nut; oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde
profit baat; gewin; profijt; winst benutting; bruikbaarheid; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde; winst
- voordeel

Verwante woorden van "profijt":

  • profijten

Synoniemen voor "profijt":


Antoniemen van "profijt":


Verwante definities voor "profijt":

  1. het gunstige effect1
    • we hebben veel profijt van dat woordenboek1

Wiktionary: profijt

profijt
noun
  1. Utilité, profit, faveur, bénéfice.

Cross Translation:
FromToVia
profijt gain; profit lucre — profit
profijt profit; gain; bénéfice profit — benefit
profijt profit Profit — ein (finanzieller) Gewinn, der meistens durch ein Ereignis hervorgebracht wird