Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. sigaret:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sigaret (Nederlands) in het Frans

sigaret:

sigaret [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sigaret (stinkstok; peuk)
    la cigarette; la clope; le mégot; la sèche
    • cigarette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • clope [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mégot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sèche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sigaret:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cigarette peuk; sigaret; stinkstok
clope peuk; sigaret; stinkstok peuk; uitgedrukte sigaret
mégot peuk; sigaret; stinkstok peuk; uitgedrukte sigaret
sèche peuk; sigaret; stinkstok
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sèche abrupt; eensklaps; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps

Verwante woorden van "sigaret":

  • sigaretten, sigaretje, sigaretjes

Wiktionary: sigaret

sigaret
noun
  1. in papier gerolde tabak
sigaret
noun
  1. Petit cylindre de tabac finement haché entouré d'une feuille de papier fin, que l'on fume.

Cross Translation:
FromToVia
sigaret cigarette cigarette — cigarette
sigaret cigarette Kippeumgangssprachlich: Zigarettenstummel, auch für Zigarette
sigaret cigarette Zigarette — rauchbares, in Papier gedrehtes Tabakprodukt

Verwante vertalingen van sigaret