Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. slachten:
  2. slacht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slachten (Nederlands) in het Frans

slachten:

slachten werkwoord (slacht, slachtte, slachtten, geslacht)

  1. slachten
    abattre; couper la gorge à; égorger; tuer; massacrer
    • abattre werkwoord (abbats, abbat, abbattons, abbattez, )
    • couper la gorge à werkwoord
    • égorger werkwoord (égorge, égorges, égorgeons, égorgez, )
    • tuer werkwoord (tue, tues, tuons, tuez, )
    • massacrer werkwoord (massacre, massacres, massacrons, massacrez, )

Conjugations for slachten:

o.t.t.
  1. slacht
  2. slacht
  3. slacht
  4. slachten
  5. slachten
  6. slachten
o.v.t.
  1. slachtte
  2. slachtte
  3. slachtte
  4. slachtten
  5. slachtten
  6. slachtten
v.t.t.
  1. heb geslacht
  2. hebt geslacht
  3. heeft geslacht
  4. hebben geslacht
  5. hebben geslacht
  6. hebben geslacht
v.v.t.
  1. had geslacht
  2. had geslacht
  3. had geslacht
  4. hadden geslacht
  5. hadden geslacht
  6. hadden geslacht
o.t.t.t.
  1. zal slachten
  2. zult slachten
  3. zal slachten
  4. zullen slachten
  5. zullen slachten
  6. zullen slachten
o.v.t.t.
  1. zou slachten
  2. zou slachten
  3. zou slachten
  4. zouden slachten
  5. zouden slachten
  6. zouden slachten
en verder
  1. ben geslacht
  2. bent geslacht
  3. is geslacht
  4. zijn geslacht
  5. zijn geslacht
  6. zijn geslacht
diversen
  1. slacht!
  2. slachtt!
  3. geslacht
  4. slachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor slachten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abattre slachten aan stukken breken; afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afmaken; bomen kappen; breken; deprimeren; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; hakken; houwen; kappen; liquideren; neerhalen; neersabelen; neerschieten; neerslaan; om het leven brengen; omblazen; ombrengen; omhakken; omhouwen; omslaan; omverhalen; omverwaaien; omwaaien; onderuithalen; overhoopschieten; schieten op; slopen; stukbreken; uit elkaar halen; van kant maken; vellen; vermoorden; vloeren; wegbreken
couper la gorge à slachten afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden
massacrer slachten verhaspelen
tuer slachten afknallen; afmaken; afschieten; afslachten; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; fusilleren; koudmaken; liquideren; moorden; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; overhoopschieten; uit de weg ruimen; van kant maken; vermoorden
égorger slachten afmaken; afslachten; de keel toeknijpen; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; liquideren; moorden; om het leven brengen; ombrengen; van kant maken; vermoorden; wurgen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
égorger kelen

Verwante woorden van "slachten":



slacht:

slacht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de slacht
    l'abattage

Vertaal Matrix voor slacht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abattage slacht afmaken; afslachten; afslachting; bloedbad; moordpartij; omzagen; slachting; slachtpartij; vellen

Verwante woorden van "slacht":


Wiktionary: slacht

slacht
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
slacht abattage slaughter — killing of animals (also kosher and halal rituals)

Verwante vertalingen van slachten