Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor soberheid (Nederlands) in het Frans

soberheid:

soberheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de soberheid (eenvoud; simpelheid)
    la simplicité; la frugalité; la pénurie; la pauvreté; la modération; la sobriété; la modestie; le dépouilement

Vertaal Matrix voor soberheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dépouilement eenvoud; simpelheid; soberheid
frugalité eenvoud; simpelheid; soberheid armzaligheid; bescheidenheid; gebrek; ielheid; karigheid; krapte; magerheid; poverheid; pretentieloosheid; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; tekort
modestie eenvoud; simpelheid; soberheid armzaligheid; bescheidenheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; dienst; eerbaarheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; gematigdheid; ingetogenheid; karigheid; kuisheid; matigheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; poverheid; pretentieloosheid; reinheid; schamelheid; schraalheid; stemmigheid; voorkomendheid; zedigheid
modération eenvoud; simpelheid; soberheid gematigdheid; ingetogenheid; leniging; matigheid; matiging; mindering; moderatie; stemmigheid; tempering
pauvreté eenvoud; simpelheid; soberheid armelijkheid; armoede; armoedigheid; armzaligheid; behoeftigheid; ellende; gebrek; haveloosheid; hulpbehoevendheid; ielheid; karigheid; krapte; magerheid; magerte; minvermogendheid; nood; noodwendigheid; poverheid; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; sjofelheid; stumperigheid; tekort
pénurie eenvoud; simpelheid; soberheid armzaligheid; deficit; gebrek; gemis; karigheid; krapte; manco; poverheid; schaarsheid; schaarste; schamelheid; schraalheid; tekort
simplicité eenvoud; simpelheid; soberheid argeloosheid; bescheidenheid; eenvoud; eenvoudigheid; kinderlijkheid; makkelijkheid; natuurlijkheid; naïveteit; naïviteit; onbedorvenheid; ongekunsteldheid; onnozelheid; onschuld; pretentieloosheid; simpelheid; simpliciteit
sobriété eenvoud; simpelheid; soberheid bescheidenheid; pretentieloosheid

Verwante woorden van "soberheid":


Wiktionary: soberheid

soberheid

sober:

sober bijvoeglijk naamwoord

  1. sober (eenvoudig; matig)
    sobre; frugal; modeste; modéré; sobrement; modérément; simple; frugalement

Vertaal Matrix voor sober:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
simple enkelspel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frugal eenvoudig; matig; sober dor; droog; frugaal; infertiel; karig; krap; niet overvloedig; onvruchtbaar; schraal; schriel
frugalement eenvoudig; matig; sober dunnetjes; magertjes; schraal; schraaltjes; sobertjes
modeste eenvoudig; matig; sober bescheiden; discreet; discrete; eenvoudig; gering; ingetogen; kies; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; onderdanig; ootmoedig; pretentieloos; stemmig; van eenvoudige komaf
modéré eenvoudig; matig; sober bescheiden; discreet; discrete; doorsnee; gematigd; gemiddeld; getemperd; ingetogen; kies; medium; middelmatig; modaal; moderaat; stemmig; vereenvoudigd; versoberd
modérément eenvoudig; matig; sober
simple eenvoudig; matig; sober eenvoudig; enkel; gemakkelijk; in een handomdraai; ingetogen; licht; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongedwongen; ongekunsteld; onversierd; simpel; stemmig; vanzelf; zonder moeite
sobre eenvoudig; matig; sober berooid; eenvoudig; gemakkelijk; ingetogen; karig; licht; mager; makkelijk; natuurlijk; niet beschonken; niet moeilijk; nuchter; ongecompliceerd; ongekunsteld; pover; schraal; simpel; stemmig; stemmingsvol
sobrement eenvoudig; matig; sober berooid; bot; dunnetjes; ingetogen; karig; kortaf; mager; magertjes; pover; schraal; schraaltjes; sobertjes; stemmig; zonder omhaal

Verwante woorden van "sober":


Wiktionary: sober

sober
Cross Translation:
FromToVia
sober sérieux; sobre; discret; réservé demure — modest, quiet, reserved