Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. spatel:
  2. spatelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spatel (Nederlands) in het Frans

spatel:

spatel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spatel
    la spatule
    • spatule [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spatel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spatule spatel aker; roerspaan; schepemmer; schepper

Verwante woorden van "spatel":

  • spatels, spateltje, spateltjes

Wiktionary: spatel


Cross Translation:
FromToVia
spatel spatule spatula — kitchen utensil for turning and lifting

spatel vorm van spatelen:

spatelen werkwoord (spatel, spatelt, spatelde, spatelden, gespateld)

  1. spatelen
    spatuler
    • spatuler werkwoord (spatule, spatules, spatulons, spatulez, )

Conjugations for spatelen:

o.t.t.
  1. spatel
  2. spatelt
  3. spatelt
  4. spatelen
  5. spatelen
  6. spatelen
o.v.t.
  1. spatelde
  2. spatelde
  3. spatelde
  4. spatelden
  5. spatelden
  6. spatelden
v.t.t.
  1. heb gespateld
  2. hebt gespateld
  3. heeft gespateld
  4. hebben gespateld
  5. hebben gespateld
  6. hebben gespateld
v.v.t.
  1. had gespateld
  2. had gespateld
  3. had gespateld
  4. hadden gespateld
  5. hadden gespateld
  6. hadden gespateld
o.t.t.t.
  1. zal spatelen
  2. zult spatelen
  3. zal spatelen
  4. zullen spatelen
  5. zullen spatelen
  6. zullen spatelen
o.v.t.t.
  1. zou spatelen
  2. zou spatelen
  3. zou spatelen
  4. zouden spatelen
  5. zouden spatelen
  6. zouden spatelen
en verder
  1. ben gespateld
  2. bent gespateld
  3. is gespateld
  4. zijn gespateld
  5. zijn gespateld
  6. zijn gespateld
diversen
  1. spatel!
  2. spatelt!
  3. gespateld
  4. spatelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor spatelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spatuler spatelen