Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. spelletje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spelletje (Nederlands) in het Frans

spelletje:

spelletje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spelletje (beurt; rondje)
    le jeu; le tour; la partie
    • jeu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tour [le ~] zelfstandig naamwoord
    • partie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spelletje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeu beurt; rondje; spelletje concours; game; marge; partij; partijtje; pot; potje; speelruimte; speelwijze; spel; speling; stapel; strijd; wedstrijd; wedstrijdje
partie beurt; rondje; spelletje aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; brok; component; deel; departement; detachement; element; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klompje; klont; klontertje; klontje; onderdeel; part; partij; partijtje; party; potje; sectie; segment; spel; stuk; suikerklontje; tak; wedstrijdje
tour beurt; rondje; spelletje afstand; baan; baanvak; behendigheid; burchttoren; cirkel; draai; draaibank; etappe; expeditie; foefje; gekke streek; handigheid; kasteeltoren; kneep; kneepje; kring; kuier; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loopje; maniertje; mars; omdraaiing; omgang; omgang hebben met; omloop; ommetje; omwenteling; pad; poets; rare streek; reis; rit; ronde; ronde doen; rondgang; rondje; rondreis; rondrit; route; slimheid; slottoren; sluwe streek; streek; tocht; tochtje; toer; toertje; toren; torenflat; torengebouw; torentje; tour; tournee; traject; trektocht; trip; truc; uitje; uitstapje; wandeling; wandeltocht; weg; wending; wolkenkrabber; zijn ronde doen

Verwante woorden van "spelletje":

  • spelletjes