Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. sport uitoefenen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sport uitoefenen (Nederlands) in het Frans

sport uitoefenen:

sport uitoefenen werkwoord

  1. sport uitoefenen (praktiseren)
    pratiquer; exercer; faire
    • pratiquer werkwoord (pratique, pratiques, pratiquons, pratiquez, )
    • exercer werkwoord (exerce, exerces, exerçons, exercez, )
    • faire werkwoord (fais, fait, faisons, faites, )

Vertaal Matrix voor sport uitoefenen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pratiquer dokteren; oplappen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exercer praktiseren; sport uitoefenen bedekken; bekleden; beoefenen; exerceren; functie bekleden; herhalen; oefenen; ontwikkelen; overtrekken; repeteren; trainen; uitoefenen; vervullen
faire praktiseren; sport uitoefenen aandoen; aanrichten; aanstichten; aanvangen; afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beginnen; beoefenen; berokkenen; beëindigen; completeren; doen; een einde maken aan; handelen; in het leven roepen; klaarkrijgen; klaarmaken; maken; plegen; scheppen; starten; tot stand brengen; uitoefenen; uitrichten; uitvoeren; van start gaan; veroorzaken; verrichten; volbrengen; volmaken; voltooien; voor elkaar krijgen
pratiquer praktiseren; sport uitoefenen beoefenen; uitoefenen; zich bezighouden met

Verwante vertalingen van sport uitoefenen