Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. steven:
  2. stevenen:
  3. stijven:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor steven (Nederlands) in het Frans

steven:

steven [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de steven (voorsteven; boeg)
    l'étrave
    • étrave [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor steven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
étrave boeg; steven; voorsteven

Verwante woorden van "steven":


stevenen:

stevenen werkwoord (steven, stevent, stevende, stevenden, gestevend)

  1. stevenen

Conjugations for stevenen:

o.t.t.
  1. steven
  2. stevent
  3. stevent
  4. stevenen
  5. stevenen
  6. stevenen
o.v.t.
  1. stevende
  2. stevende
  3. stevende
  4. stevenden
  5. stevenden
  6. stevenden
v.t.t.
  1. heb gestevend
  2. hebt gestevend
  3. heeft gestevend
  4. hebben gestevend
  5. hebben gestevend
  6. hebben gestevend
v.v.t.
  1. had gestevend
  2. had gestevend
  3. had gestevend
  4. hadden gestevend
  5. hadden gestevend
  6. hadden gestevend
o.t.t.t.
  1. zal stevenen
  2. zult stevenen
  3. zal stevenen
  4. zullen stevenen
  5. zullen stevenen
  6. zullen stevenen
o.v.t.t.
  1. zou stevenen
  2. zou stevenen
  3. zou stevenen
  4. zouden stevenen
  5. zouden stevenen
  6. zouden stevenen
en verder
  1. ben gestevend
  2. bent gestevend
  3. is gestevend
  4. zijn gestevend
  5. zijn gestevend
  6. zijn gestevend
diversen
  1. steven!
  2. stevent!
  3. gestevend
  4. stevenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stevenen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aller d'un pas décidé stevenen
aller droit à stevenen aanhouden op; aansturen op; aflopen; afstevenen op; afstomen op; afvaren op; koers zetten naar; vervoegen; zich begeven naar

Verwante woorden van "stevenen":


steven vorm van stijven:

stijven werkwoord (stijf, stijft, steef, steven, gesteven)

  1. stijven (stijf maken)
    raidir; roidir
    • raidir werkwoord (raidis, raidit, raidissons, raidissez, )
    • roidir werkwoord

Conjugations for stijven:

o.t.t.
  1. stijf
  2. stijft
  3. stijft
  4. stijven
  5. stijven
  6. stijven
o.v.t.
  1. steef
  2. steef
  3. steef
  4. steven
  5. steven
  6. steven
v.t.t.
  1. heb gesteven
  2. hebt gesteven
  3. heeft gesteven
  4. hebben gesteven
  5. hebben gesteven
  6. hebben gesteven
v.v.t.
  1. had gesteven
  2. had gesteven
  3. had gesteven
  4. hadden gesteven
  5. hadden gesteven
  6. hadden gesteven
o.t.t.t.
  1. zal stijven
  2. zult stijven
  3. zal stijven
  4. zullen stijven
  5. zullen stijven
  6. zullen stijven
o.v.t.t.
  1. zou stijven
  2. zou stijven
  3. zou stijven
  4. zouden stijven
  5. zouden stijven
  6. zouden stijven
en verder
  1. ben gesteven
  2. bent gesteven
  3. is gesteven
  4. zijn gesteven
  5. zijn gesteven
  6. zijn gesteven
diversen
  1. stijf!
  2. stijft!
  3. gesteven
  4. stijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
raidir stijf maken; stijven verstarren; verstenen; verstijven
roidir stijf maken; stijven

Wiktionary: stijven

stijven
verb
  1. enduire d’amidon
  2. garnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet.
  3. Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général)
  4. relever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral.