Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. sukkelaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sukkelaar (Nederlands) in het Frans

sukkelaar:

sukkelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sukkelaar (stakkerd; arme drommel)
    le malheureux; le pauvre diable; le pauvre type; le pauvre bougre

Vertaal Matrix voor sukkelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
malheureux arme drommel; stakkerd; sukkelaar drommel; ongelukkige; stakker; stakkers; stumper; stumpers; sukkel; zielenpiet
pauvre bougre arme drommel; stakkerd; sukkelaar
pauvre diable arme drommel; stakkerd; sukkelaar drommel; druiloor; idioot; kalfskop; klungel; klungelaar; kruk; kuiken; oen; ongelukkige; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; stakker; stoethaspel; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sukkel; sul; uil; zielenpiet
pauvre type arme drommel; stakkerd; sukkelaar drommel; klungel; klungelaar; kruk; ongelukkige; stakker; stoethaspel; stumper; sukkel; zielenpiet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
malheureux akelig; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; lamlendig; meelijwekkend; miserabel; naar; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; vol tegenslag

Verwante woorden van "sukkelaar":

  • sukkelaars, sukkelaartje, sukkelaartjes