Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terugroepen (Nederlands) in het Frans

terugroepen:

terugroepen werkwoord (roep terug, roept terug, riep terug, riepen terug, teruggeroepen)

  1. terugroepen (herroepen)
    révoquer; rétracter; rappeler; reprendre; retirer; abroger; désavouer; faire revenir
    • révoquer werkwoord (révoque, révoques, révoquons, révoquez, )
    • rétracter werkwoord (rétracte, rétractes, rétractons, rétractez, )
    • rappeler werkwoord (rappelle, rappelles, rappelons, rappelez, )
    • reprendre werkwoord (reprends, reprend, reprenons, reprenez, )
    • retirer werkwoord (retire, retires, retirons, retirez, )
    • abroger werkwoord (abroge, abroges, abrogeons, abrogez, )
    • désavouer werkwoord (désavoue, désavoues, désavouons, désavouez, )
    • faire revenir werkwoord
  2. terugroepen (terughalen)
    se rappeler; se souvenir de; penser à; remémorer
    • se rappeler werkwoord
    • se souvenir de werkwoord
    • penser à werkwoord
    • remémorer werkwoord (remémore, remémores, remémorons, remémorez, )

Conjugations for terugroepen:

o.t.t.
  1. roep terug
  2. roept terug
  3. roept terug
  4. roepen terug
  5. roepen terug
  6. roepen terug
o.v.t.
  1. riep terug
  2. riep terug
  3. riep terug
  4. riepen terug
  5. riepen terug
  6. riepen terug
v.t.t.
  1. heb teruggeroepen
  2. hebt teruggeroepen
  3. heeft teruggeroepen
  4. hebben teruggeroepen
  5. hebben teruggeroepen
  6. hebben teruggeroepen
v.v.t.
  1. had teruggeroepen
  2. had teruggeroepen
  3. had teruggeroepen
  4. hadden teruggeroepen
  5. hadden teruggeroepen
  6. hadden teruggeroepen
o.t.t.t.
  1. zal terugroepen
  2. zult terugroepen
  3. zal terugroepen
  4. zullen terugroepen
  5. zullen terugroepen
  6. zullen terugroepen
o.v.t.t.
  1. zou terugroepen
  2. zou terugroepen
  3. zou terugroepen
  4. zouden terugroepen
  5. zouden terugroepen
  6. zouden terugroepen
en verder
  1. ben teruggeroepen
  2. bent teruggeroepen
  3. is teruggeroepen
  4. zijn teruggeroepen
  5. zijn teruggeroepen
  6. zijn teruggeroepen
diversen
  1. roep terug!
  2. roept terug!
  3. teruggeroepen
  4. terugroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

terugroepen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. terugroepen
    la révocation; le rappel

Vertaal Matrix voor terugroepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rappel terugroepen geheugen; herinnering; herinneringsvermogen; heugenis; memorie; opnieuw kiezen; terugroep; terugroeping
révocation terugroepen herroepen; herroeping; intrekken; intrekking; opheffen; terugnemen; terugneming
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abroger herroepen; terugroepen afschaffen
désavouer herroepen; terugroepen afkeuren; logenstraffen; loochenen; verloochenen; veroordelen; verzaken
faire revenir herroepen; terugroepen fruiten
penser à terughalen; terugroepen bedacht zijn op; bedenken; te binnen schieten; te binnen vallen
rappeler herroepen; terugroepen doen denken aan; herinneren; herroepen; in herinnering brengen; intrekken; memoreren; niet vergeten; onthouden; opnieuw kiezen; terugbellen; terugdenken; terugkomen op; terugnemen
remémorer terughalen; terugroepen ontbieden; oproepen; sommeren
reprendre herroepen; terugroepen bedaren; bedwingen; beheersen; berispen; beteugelen; corrigeren; de draad weer oppakken; hernemen; heroveren; herroepen; hervatten; hervinden; intomen; intrekken; matigen; opnieuw beginnen; terechtwijzen; terugkomen op; terugvinden; verbeteren; vermanen; zijn woorden terugnemen
retirer herroepen; terugroepen aanwrijven; achteroverdrukken; afbestellen; afgelasten; afnemen; afzeggen; annuleren; bedaren; bedwingen; beheersen; benemen; beroven van; beschuldigen; beteugelen; blameren; depriveren; gappen; herroepen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; in bedwang houden; inpikken; intomen; intrekken; jatten; kapen; kwalijk nemen; laken; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegstelen; loshalen; matigen; nadragen; nietig verklaren; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; te kort doen; terugkomen op; toeëigenen; uithalen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; voor de voeten gooien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zijn woorden terugnemen
rétracter herroepen; terugroepen herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen
révoquer herroepen; terugroepen afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; herroepen; intrekken; nietig verklaren; ontzetten; terugkomen op; terugnemen; uit de macht ontzetten; zijn woorden terugnemen
se rappeler terughalen; terugroepen bedenken; herinneren; memoriseren; niet vergeten; onthouden; te binnen schieten; te binnen vallen; terugdenken
se souvenir de terughalen; terugroepen bedenken; memoriseren; onthouden; te binnen schieten; te binnen vallen

Verwante woorden van "terugroepen":


terugroepen vorm van terugroep:

terugroep [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. terugroep
    le rappel
    • rappel [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor terugroep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rappel terugroep geheugen; herinnering; herinneringsvermogen; heugenis; memorie; opnieuw kiezen; terugroepen; terugroeping

Verwante woorden van "terugroep":