Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. toevoeren:
  2. toevoer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toevoeren (Nederlands) in het Frans

toevoeren:

toevoeren werkwoord (voer toe, voert toe, voerde toe, voerden toe, toegevoerd)

  1. toevoeren (toedragen)
    amener; donner; livrer
    • amener werkwoord (amène, amènes, amenons, amenez, )
    • donner werkwoord (donne, donnes, donnons, donnez, )
    • livrer werkwoord (livre, livres, livrons, livrez, )

Conjugations for toevoeren:

o.t.t.
  1. voer toe
  2. voert toe
  3. voert toe
  4. voeren toe
  5. voeren toe
  6. voeren toe
o.v.t.
  1. voerde toe
  2. voerde toe
  3. voerde toe
  4. voerden toe
  5. voerden toe
  6. voerden toe
v.t.t.
  1. heb toegevoerd
  2. hebt toegevoerd
  3. heeft toegevoerd
  4. hebben toegevoerd
  5. hebben toegevoerd
  6. hebben toegevoerd
v.v.t.
  1. had toegevoerd
  2. had toegevoerd
  3. had toegevoerd
  4. hadden toegevoerd
  5. hadden toegevoerd
  6. hadden toegevoerd
o.t.t.t.
  1. zal toevoeren
  2. zult toevoeren
  3. zal toevoeren
  4. zullen toevoeren
  5. zullen toevoeren
  6. zullen toevoeren
o.v.t.t.
  1. zou toevoeren
  2. zou toevoeren
  3. zou toevoeren
  4. zouden toevoeren
  5. zouden toevoeren
  6. zouden toevoeren
en verder
  1. ben toegevoerd
  2. bent toegevoerd
  3. is toegevoerd
  4. zijn toegevoerd
  5. zijn toegevoerd
  6. zijn toegevoerd
diversen
  1. voer toe!
  2. voert toe!
  3. toegevoerd
  4. toevoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toevoeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donner weggeven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amener toedragen; toevoeren losmaken; teweegbrengen; voorleiden
donner toedragen; toevoeren aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; declareren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; offreren; overgeven; overhandigen; presenteren; reiken; schenken; ten huwelijk geven; toebrengen; toesteken; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; verlenen; verstrekken; weggeven; wegschenken; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
livrer toedragen; toevoeren aangeven; aanleveren; aanreiken; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; geven; gunnen; gunst verlenen; leveren; opbrengen; opleveren; overgeven; overhandigen; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toeleveren; toesteken; verlenen; verstrekken; versturen; zenden

Verwante woorden van "toevoeren":



toevoeren vorm van toevoer:

toevoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toevoer (aanvoer)
    l'approvisionnement; la provision; l'arrivage; la livraison; le ravitaillement; la fourniture; la provisions; la survenance

Vertaal Matrix voor toevoer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approvisionnement aanvoer; toevoer afgifte; bevoorrading; bezorging; geleverde; inrichten; leverantie; levering; verschaffing; voorraadvorming; voorziening
arrivage aanvoer; toevoer afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering
fourniture aanvoer; toevoer afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering
livraison aanvoer; toevoer afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; afstaan; bestelling; bezorging; geleverde; leverantie; leveren; levering; overdracht; overhandiging; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitlevering; uitreiking; verstrekking; zending
provision aanvoer; toevoer afgifte; bezorging; commissie; geleverde; leverantie; levering; makelaarsprovisie; provisie
provisions aanvoer; toevoer afgifte; bezorging; geleverde; leeftocht; levensmiddelen; leverantie; levering
ravitaillement aanvoer; toevoer afgifte; bevoorrading; bezorging; geleverde; leverantie; levering; voedselvoorziening
survenance aanvoer; toevoer afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering

Verwante woorden van "toevoer":


Wiktionary: toevoer

toevoer
Cross Translation:
FromToVia
toevoer électricité; courant power — electricity supply