Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. uitpikken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitpikken (Nederlands) in het Frans

uitpikken:

uitpikken werkwoord (pik uit, pikt uit, pikte uit, pikten uit, uitgepikt)

  1. uitpikken (selecteren; kiezen; uitzoeken; )
    choisir; sélectionner; élire; préférer; opter pour; prendre
    • choisir werkwoord (choisis, choisit, choisissons, choisissez, )
    • sélectionner werkwoord (sélectionne, sélectionnes, sélectionnons, sélectionnez, )
    • élire werkwoord (élis, élit, élisons, élisez, )
    • préférer werkwoord (préfère, préfères, préférons, préférez, )
    • opter pour werkwoord
    • prendre werkwoord (prends, prend, prenons, prenez, )

Conjugations for uitpikken:

o.t.t.
  1. pik uit
  2. pikt uit
  3. pikt uit
  4. pikken uit
  5. pikken uit
  6. pikken uit
o.v.t.
  1. pikte uit
  2. pikte uit
  3. pikte uit
  4. pikten uit
  5. pikten uit
  6. pikten uit
v.t.t.
  1. heb uitgepikt
  2. hebt uitgepikt
  3. heeft uitgepikt
  4. hebben uitgepikt
  5. hebben uitgepikt
  6. hebben uitgepikt
v.v.t.
  1. had uitgepikt
  2. had uitgepikt
  3. had uitgepikt
  4. hadden uitgepikt
  5. hadden uitgepikt
  6. hadden uitgepikt
o.t.t.t.
  1. zal uitpikken
  2. zult uitpikken
  3. zal uitpikken
  4. zullen uitpikken
  5. zullen uitpikken
  6. zullen uitpikken
o.v.t.t.
  1. zou uitpikken
  2. zou uitpikken
  3. zou uitpikken
  4. zouden uitpikken
  5. zouden uitpikken
  6. zouden uitpikken
en verder
  1. ben uitgepikt
  2. bent uitgepikt
  3. is uitgepikt
  4. zijn uitgepikt
  5. zijn uitgepikt
  6. zijn uitgepikt
diversen
  1. pik uit!
  2. pikt uit!
  3. uitgepikt
  4. uitpikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitpikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
choisir kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften opteren; selectie toepassen; uitverkiezen; verkiezen
opter pour kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften selectie toepassen; uitverkiezen; verkiezen
prendre kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften aangaan; aanhouden; aanklampen; aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanvangen; aanwerven; aanwrijven; absorberen; accepteren; achteroverdrukken; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; arresteren; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; beginnen; benemen; beroven van; beschuldigen; bevangen; bezetten; bezigen; binden; blameren; boeien; buitmaken; cadeau aannemen; depriveren; eigen maken; fascineren; gappen; gebruik maken van; gebruiken; gevangennemen; graaien; grijpen; grissen; hanteren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; iets bemachtigen; iets halen; in ontvangst nemen; ingrijpen; inpikken; inrekenen; intrigeren; jatten; kapen; ketenen; klauwen; kluisteren; kopen; kwalijk nemen; laken; leegstelen; meenemen; nadragen; nemen; ondernemen; ontfutselen; ontnemen; ontoegankelijk maken; ontvangen; ontvreemden; ophalen; opnemen; oppakken; oppikken; oprapen; opslorpen; opslurpen; opsnappen; pakken; pikken; plunderen; rekruteren; roven; snaaien; starten; stelen; te kort doen; te pakken krijgen; toegrijpen; toetasten; toeëigenen; van start gaan; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; verkrijgen; veroveren; verstrikken; vervreemden; verwerven; voor de voeten gooien; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; werven; zich bedienen
préférer kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften prefereren; selectie toepassen; uitverkiezen; verkiezen
sélectionner kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften doorzijgen; filteren; filtreren; ordenen; rangeren; schiften; selecteren; selectie toepassen; sorteren; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; zeven; ziften
élire kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften selectie toepassen; uitverkiezen; verkiezen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
choisir kiezen

Wiktionary: uitpikken

uitpikken
verb
  1. choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi.
  2. Action de faire un choix ; prendre une personne ou une chose de préférence à une autre ou à plusieurs autres.
  3. Traduction à trier
  4. Choisir entre deux ou plusieurs choses qu’on ne peut avoir ensemble, entre deux ou plusieurs partis pour l’un desquels il faut se déterminer.