Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. uitvaller:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitvaller (Nederlands) in het Frans

uitvaller:

uitvaller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitvaller (achterblijver; achtergeblevene)
    le retardataire; le traînard

Vertaal Matrix voor uitvaller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
retardataire achterblijver; achtergeblevene; uitvaller hannes; laatkomer; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; telaatkomer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
traînard achterblijver; achtergeblevene; uitvaller draler; drukster; hannes; lijntrekster; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
traînard langzaam; sloom; traag

Verwante woorden van "uitvaller":