Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verdicht:
  2. verdichten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdicht (Nederlands) in het Frans

verdicht:


verdichten:

verdichten werkwoord (verdicht, verdichtte, verdichtten, verdicht)

  1. verdichten (verzinnen; bedenken; uitdenken; fantaseren; voorwenden)
    imaginer; tramer; fabuler
    • imaginer werkwoord (imagine, imagines, imaginons, imaginez, )
    • tramer werkwoord (trame, trames, tramons, tramez, )
    • fabuler werkwoord (fabule, fabules, fabulons, fabulez, )

Conjugations for verdichten:

o.t.t.
  1. verdicht
  2. verdicht
  3. verdicht
  4. verdichten
  5. verdichten
  6. verdichten
o.v.t.
  1. verdichtte
  2. verdichtte
  3. verdichtte
  4. verdichtten
  5. verdichtten
  6. verdichtten
v.t.t.
  1. heb verdicht
  2. hebt verdicht
  3. heeft verdicht
  4. hebben verdicht
  5. hebben verdicht
  6. hebben verdicht
v.v.t.
  1. had verdicht
  2. had verdicht
  3. had verdicht
  4. hadden verdicht
  5. hadden verdicht
  6. hadden verdicht
o.t.t.t.
  1. zal verdichten
  2. zult verdichten
  3. zal verdichten
  4. zullen verdichten
  5. zullen verdichten
  6. zullen verdichten
o.v.t.t.
  1. zou verdichten
  2. zou verdichten
  3. zou verdichten
  4. zouden verdichten
  5. zouden verdichten
  6. zouden verdichten
diversen
  1. verdicht!
  2. verdicht!
  3. verdicht
  4. verdichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdichten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabuler bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden jokken; liegen
imaginer bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden beramen; plannen; ramen; schatten; taxeren; uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen
tramer bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden bedenken; beramen; plan beramen; plannen; ramen; rasteren; schatten; taxeren; verzinnen; zinnen

Wiktionary: verdichten

verdichten
Cross Translation:
FromToVia
verdichten comprimer compress — to press together into a smaller space
verdichten condenser condense — to decrease size or volume