Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verdiept:
  2. verdiepen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdiept (Nederlands) in het Frans

verdiept:

verdiept bijvoeglijk naamwoord

  1. verdiept (ingespannen; geconcentreerd)
    concentré; juste; fixe; tendu

Vertaal Matrix voor verdiept:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juste eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concentré geconcentreerd; ingespannen; verdiept geconcentreerd; op één punt gericht; van sterk gehalte
fixe geconcentreerd; ingespannen; verdiept bestendig; chagrijnig; definitief; geconcentreerd; knorrig; korzelig; nors; nurks; onafgewend; onbuigzaam; onveranderlijk; onverzettelijk; permanent; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; van sterk gehalte; vastgesteld; vaststaand; verstard
juste geconcentreerd; ingespannen; verdiept aannemelijk; beslist; braaf; chagrijnig; correct; daarnet; degelijk; eerlijk; eng; fair; feitelijk; geconcentreerd; gefundeerd; gegrond; geheid; geldig; gewis; goed; grondig; heus; integer; juist; kloppend; knorrig; korzelig; krap; krek; logisch; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; net; nog maar; nors; nurks; onbesproken; onkreukbaar; op goede gronden steunend; pas; precies; rakelings; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reëel; solide; steekhoudend; stellig; strak; ternauwernood; uitgerekend; valabel; valide; van sterk gehalte; vast; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zojuist; zonet; zorgvuldig
tendu geconcentreerd; ingespannen; verdiept bespannen; chagrijnig; geconcentreerd; gespannen; gestrekt; gestressd; knorrig; korzelig; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; opgejaagd; stijfkoppig; stug; taai; uitgerekt; van sterk gehalte

verdiept vorm van verdiepen:

verdiepen werkwoord (verdiep, verdiept, verdiepte, verdiepten, verdiept)

  1. verdiepen
    approfondir; creuser; élargir; étendre
    • approfondir werkwoord (approfondis, approfondit, approfondissons, approfondissez, )
    • creuser werkwoord (creuse, creuses, creusons, creusez, )
    • élargir werkwoord (élargis, élargit, élargissons, élargissez, )
    • étendre werkwoord (étends, étend, étendons, étendez, )

Conjugations for verdiepen:

o.t.t.
  1. verdiep
  2. verdiept
  3. verdiept
  4. verdiepen
  5. verdiepen
  6. verdiepen
o.v.t.
  1. verdiepte
  2. verdiepte
  3. verdiepte
  4. verdiepten
  5. verdiepten
  6. verdiepten
v.t.t.
  1. heb verdiept
  2. hebt verdiept
  3. heeft verdiept
  4. hebben verdiept
  5. hebben verdiept
  6. hebben verdiept
v.v.t.
  1. had verdiept
  2. had verdiept
  3. had verdiept
  4. hadden verdiept
  5. hadden verdiept
  6. hadden verdiept
o.t.t.t.
  1. zal verdiepen
  2. zult verdiepen
  3. zal verdiepen
  4. zullen verdiepen
  5. zullen verdiepen
  6. zullen verdiepen
o.v.t.t.
  1. zou verdiepen
  2. zou verdiepen
  3. zou verdiepen
  4. zouden verdiepen
  5. zouden verdiepen
  6. zouden verdiepen
diversen
  1. verdiep!
  2. verdiept!
  3. verdiept
  4. verdiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdiepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
creuser zich geheel verdiepen in
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approfondir verdiepen doorgronden; uitdiepen; uitgraven; uitvorsen
creuser verdiepen delven; doorgraven; graven; uitdiepen; uitgraven; uithollen
élargir verdiepen breder maken; expanderen; openen; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreden; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; wijder maken
étendre verdiepen aangeven; aanreiken; breder maken; expanderen; geven; klaar leggen; naar buiten hangen; ontvouwen; openen; openspreiden; openvouwen; oprekken; opspannen; reiken; rekken; rondstrooien; spannen; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uithangen; uitklappen; uitrekken; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitvouwen; uitzaaien; uitzenden; uitzwellen; verbreden; verbreiden; verbreider; verdeler; vergroten; verlengen; vermeerderen; verruimen; verspreiden; verstrooien; verwijden

Wiktionary: verdiepen

verdiepen
verb
  1. dieper maken
  2. ernstig nadenken over

Cross Translation:
FromToVia
verdiepen absorber absorb — to occupy fully (4)