Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdwijnen (Nederlands) in het Frans

verdwijnen:

verdwijnen werkwoord (verdwijn, verdwijnt, verdween, verdwenen, verdwenen)

  1. verdwijnen
    disparaître; s'évanouir
    • disparaître werkwoord (disparais, disparaît, disparaissons, disparaissez, )
    • s'évanouir werkwoord
  2. verdwijnen (afreizen; verlaten; wegtrekken; heengaan; wegreizen)
    prendre la mer; partir; quitter; quitter le port; embarquer; faire bagage; prendre le large; s'éloigner; s'en aller; s'absenter
    • prendre la mer werkwoord
    • partir werkwoord (pars, part, partons, partez, )
    • quitter werkwoord (quitte, quittes, quittons, quittez, )
    • quitter le port werkwoord
    • embarquer werkwoord (embarque, embarques, embarquons, embarquez, )
    • faire bagage werkwoord
    • prendre le large werkwoord
    • s'éloigner werkwoord
    • s'en aller werkwoord
    • s'absenter werkwoord

Conjugations for verdwijnen:

o.t.t.
  1. verdwijn
  2. verdwijnt
  3. verdwijnt
  4. verdwijnen
  5. verdwijnen
  6. verdwijnen
o.v.t.
  1. verdween
  2. verdween
  3. verdween
  4. verdwenen
  5. verdwenen
  6. verdwenen
v.t.t.
  1. ben verdwenen
  2. bent verdwenen
  3. is verdwenen
  4. zijn verdwenen
  5. zijn verdwenen
  6. zijn verdwenen
v.v.t.
  1. was verdwenen
  2. was verdwenen
  3. was verdwenen
  4. waren verdwenen
  5. waren verdwenen
  6. waren verdwenen
o.t.t.t.
  1. zal verdwijnen
  2. zult verdwijnen
  3. zal verdwijnen
  4. zullen verdwijnen
  5. zullen verdwijnen
  6. zullen verdwijnen
o.v.t.t.
  1. zou verdwijnen
  2. zou verdwijnen
  3. zou verdwijnen
  4. zouden verdwijnen
  5. zouden verdwijnen
  6. zouden verdwijnen
diversen
  1. verdwijn!
  2. verdwijnt!
  3. verdwenen
  4. verdwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verdwijnen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verdwijnen (verdwijning)
    la disparition; l'effacement

Vertaal Matrix voor verdwijnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disparition verdwijnen; verdwijning verlaten
effacement verdwijnen; verdwijning
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disparaître verdwijnen afsterven; doodgaan; kapotgaan; omkomen; ophouden; ophouden te bestaan; overlijden; sterven; teloorgaan; uitsterven; wegslinken
embarquer afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken aan boord gaan; aan boord klimmen; inladen; inschepen; laden; scheep gaan; van wal gaan; van wal steken; verschepen
faire bagage afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afsteken; afvaren; wegvaren
partir afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken aanbreken; aanvangen; afreizen; afsteken; aftreden; afvaren; beginnen; bezwijken; doodgaan; een begin nemen; gaan; heengaan; inslapen; lopend weggaan; omkomen; opbreken; opstappen; overlijden; smeren; sneuvelen; starten; sterven; terugtrekken; uittreden; uitzeilen; vallen; van start gaan; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; weglopen; wegreizen; wegtrekken; wegvallen; wegvaren; zich begeven
prendre la mer afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afsteken; afvaren; uitvaren; van wal gaan; wegvaren
prendre le large afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afvaren; uitvaren; van wal gaan
quitter afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afreizen; afsluiten; aftreden; gaan; heengaan; in de steek laten; opbreken; opstappen; smeren; terugtrekken; uittreden; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken
quitter le port afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afvaren; uitvaren; van wal gaan
s'absenter afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
s'en aller afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afreizen; afsteken; aftreden; afvaren; de plaat poetsen; deserteren; ervandoor gaan; gaan; heengaan; hem smeren; het leger ontvluchten; inrukken; lopend weggaan; opbreken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; opstappen; smeren; terugtrekken; uittreden; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; weglopen; wegreizen; wegtrekken; wegvaren; zich uit de voeten maken
s'éloigner afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken evacueren; leegruimen; ontruimen; zich verwijderen
s'évanouir verdwijnen flauwvallen; wegraken
- overgaan

Synoniemen voor "verdwijnen":


Antoniemen van "verdwijnen":


Verwante definities voor "verdwijnen":

  1. voorbij gaan1
    • de pijn is verdwenen1
  2. onzichtbaar worden door weg te gaan1
    • toen ik thuiskwam was hij verdwenen1

Wiktionary: verdwijnen

verdwijnen
verb
  1. wegraken
  2. afnemen
verdwijnen
verb
  1. cesser de paraitre, ne plus être visible. Le participe passé est disparu, l’auxiliaire avoir et (rare/littéraire) être (pour indiquer l’état).
  2. dissimuler, cacher.

Cross Translation:
FromToVia
verdwijnen disparaître disappear — to vanish
verdwijnen fondre; diminuer; amenuiser; décroître; s'évanouir; disparaître; se dessécher; se tarir dwindle — (intransitive) to decrease, shrink, vanish
verdwijnen → s'évanouir fade — to vanish
verdwijnen disparaitre go — to disappear (jump)
verdwijnen disparaître; s'évanouir vanish — become invisible or to move out of view unnoticed
verdwijnen disparaître verschwinden — aufhören zu existieren, sich in Nichts auflösen
verdwijnen disparaître verschwinden — den wahrnehmbaren Bereich verlassen
verdwijnen disparaître verschwinden — verloren gehen

Verwante vertalingen van verdwijnen