Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vergelijk:
  2. vergelijken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vergelijk (Nederlands) in het Frans

vergelijk:

vergelijk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vergelijk (compromis)
    le compromis; la disposition; l'accord; l'arrangement
  2. het vergelijk (regeling; vereffening; akkoord; schikking)
    l'arrangement; l'accord; l'accommodement

Vertaal Matrix voor vergelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accommodement akkoord; regeling; schikking; vereffening; vergelijk
accord akkoord; compromis; regeling; schikking; vereffening; vergelijk accoord; accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; bijval; contract; deal; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; fiat; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; goedvinden; harmonie; instemming; overeenkomst; overeenstemmen; overeenstemming; permissie; regeling; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; schikking; solidariteit; toelating; toestemming; transactie; verbondenheid; zaak
arrangement akkoord; compromis; regeling; schikking; vereffening; vergelijk afdoening; afhandeling; afspraak; akkoord; arrangement; bewerking; herschreven stuk; hiërarchie; indeling; instrumentatie; opbouw; opstelling; ordening; organisatie; orkestratie; overeenkomst; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; regeling; samenstelling; schikking; structuur; systeem; volgorde
compromis compromis; vergelijk
disposition compromis; vergelijk aanvoelen; beschikbaarheid; beschikking; bui; conditie; confessie; feeling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; geneigdheid; gevoel; gezindheid; gezindte; hang; humeur; inborst; inclinatie; indeling; neiging; staat; stemming; temperament; toestand

Wiktionary: vergelijk

vergelijk
noun
  1. droit|fr acte qui scelle un échange de promesses. C'est le résultat d'une négociation entre les parties en présence où chacune aura fait des concessions pour arriver à une solution commune qu'elles devront conjointement exécuter.

vergelijk vorm van vergelijken:

vergelijken werkwoord (vergelijk, vergelijkt, vergeleek, vergeleken, vergeleken)

  1. vergelijken (compareren; tegenover elkaar stellen; bij elkaar houden)
    comparer; comparer entre eux; confronter; conférer
    • comparer werkwoord (compare, compares, comparons, comparez, )
    • comparer entre eux werkwoord
    • confronter werkwoord (confronte, confrontes, confrontons, confrontez, )
    • conférer werkwoord (confère, confères, conférons, conférez, )
  2. vergelijken
    comparer
    • comparer werkwoord (compare, compares, comparons, comparez, )

Conjugations for vergelijken:

o.t.t.
  1. vergelijk
  2. vergelijkt
  3. vergelijkt
  4. vergelijken
  5. vergelijken
  6. vergelijken
o.v.t.
  1. vergeleek
  2. vergeleek
  3. vergeleek
  4. vergeleken
  5. vergeleken
  6. vergeleken
v.t.t.
  1. heb vergeleken
  2. hebt vergeleken
  3. heeft vergeleken
  4. hebben vergeleken
  5. hebben vergeleken
  6. hebben vergeleken
v.v.t.
  1. had vergeleken
  2. had vergeleken
  3. had vergeleken
  4. hadden vergeleken
  5. hadden vergeleken
  6. hadden vergeleken
o.t.t.t.
  1. zal vergelijken
  2. zult vergelijken
  3. zal vergelijken
  4. zullen vergelijken
  5. zullen vergelijken
  6. zullen vergelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergelijken
  2. zou vergelijken
  3. zou vergelijken
  4. zouden vergelijken
  5. zouden vergelijken
  6. zouden vergelijken
diversen
  1. vergelijk!
  2. vergelijkt!
  3. vergeleken
  4. vergelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vergelijken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comparer bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken
comparer entre eux bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken
confronter bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken confronteren; onder ogen zien; oog in oog laten komen; tegenover elkaar stellen
conférer bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken beraadslagen; confereren; een conferentie houden; in bespreking zijn; overleggen; overwegen; vergaderen

Verwante definities voor "vergelijken":

  1. kijken naar verschillen en overeenkomsten1
    • ik heb de twee televisies met elkaar vergeleken1

Wiktionary: vergelijken

vergelijken
verb
  1. de overeenkomsten en verschillen van twee zaken in beschouwing nemen
vergelijken
verb
  1. examiner les rapports de ressemblance et de différence entre une chose et une autre, entre une personne et une autre.

Cross Translation:
FromToVia
vergelijken assimiler assimilate — to compare something to another similar one
vergelijken comparer compare — to assess the similarities between two things or between one thing and another
vergelijken comparer liken — compare
vergelijken comparer vergleichen — zwei oder mehrere Dinge auf Gemeinsamkeiten und Unterschiede prüfen

Verwante vertalingen van vergelijk