Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verhaaltje:
  2. verhaal:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verhaaltje (Nederlands) in het Frans

verhaaltje:

verhaaltje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verhaaltje (vertelsel; verhaal; geschiedenis; )
    l'histoire; le conte; la fable; le compte-rendu; la fiction; l'exposé; la légende; le rapport; le mythe; la tradition
    • histoire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • conte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fable [la ~] zelfstandig naamwoord
    • compte-rendu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fiction [la ~] zelfstandig naamwoord
    • exposé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • légende [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rapport [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mythe [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tradition [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verhaaltje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compte-rendu geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel beoordeling; bespreking; boekbespreking; kritiek; rapport; recensie; reportage; verhaal; verslag; weergave
conte geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel overlevering; sprookje; sprookjesverhaal; traditie
exposé geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bericht; betoog; declamatie; denkbeeld; essay; geloofsleer; gezichtspunt; grondplan; idee; inleiding; interpretatie; introductie; inzicht; leer; leerstelling; leerstuk; leesbeurt; lering; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; plattegrond; proloog; referaat; situatieschets; situatietekening; stadskaart; standpunt; verhandeling; verslag; versvoordracht; visie; voorbericht; voordracht; voorlezing; voorwoord; werkstuk; zienswijze
fable geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verzinsel
fiction geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bedenksel; fabel; fantasie; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verbeelding; verdichting; verdichtsel; verzinsel
histoire geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel geschiedenis; historie; incident; zaakje
légende geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bijschrift; label; legenda; legende; onderschrift; overlevering; randschrift; sage; tekst van bijschrift; titelbalk; traditie
mythe geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel legende; mythe; overlevering; sage; traditie
rapport geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel aankondigen; aansluiting; akkoord; band; bekendmaken; bericht; binding; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; melden; notulen; ommegang; pact; rapport; referaat; relatie; reportage; samenhang; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhaal; verhouding; verkering; verslag; weergave
tradition geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel gebruik; gewoonte; overlevering; traditie; usance
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exposé belicht; beschenen; bijgelicht; geopend; helder geworden; ontsloten; opengelegd; opgehelderd; opgetrokken; toegelicht; uitgelegd; verhelderd; verlicht

Verwante woorden van "verhaaltje":


Wiktionary: verhaaltje


Cross Translation:
FromToVia
verhaaltje conte tale — type of story

verhaal:

verhaal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verhaal (vertelsel; geschiedenis; verhaaltje; )
    l'histoire; le conte; la fable; le compte-rendu; la fiction; l'exposé; la légende; le rapport; le mythe; la tradition
    • histoire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • conte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fable [la ~] zelfstandig naamwoord
    • compte-rendu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fiction [la ~] zelfstandig naamwoord
    • exposé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • légende [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rapport [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mythe [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tradition [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het verhaal (rapport; verslag; reportage; weergave)
    le rapport; le compte-rendu

Vertaal Matrix voor verhaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compte-rendu geschiedenis; rapport; relaas; reportage; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; verslag; vertelling; vertelsel; weergave beoordeling; bespreking; boekbespreking; kritiek; recensie
conte geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel overlevering; sprookje; sprookjesverhaal; traditie
exposé geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bericht; betoog; declamatie; denkbeeld; essay; geloofsleer; gezichtspunt; grondplan; idee; inleiding; interpretatie; introductie; inzicht; leer; leerstelling; leerstuk; leesbeurt; lering; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; plattegrond; proloog; referaat; situatieschets; situatietekening; stadskaart; standpunt; verhandeling; verslag; versvoordracht; visie; voorbericht; voordracht; voorlezing; voorwoord; werkstuk; zienswijze
fable geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verzinsel
fiction geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bedenksel; fabel; fantasie; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verbeelding; verdichting; verdichtsel; verzinsel
histoire geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel geschiedenis; historie; incident; zaakje
légende geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel bijschrift; label; legenda; legende; onderschrift; overlevering; randschrift; sage; tekst van bijschrift; titelbalk; traditie
mythe geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel legende; mythe; overlevering; sage; traditie
rapport geschiedenis; rapport; relaas; reportage; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; verslag; vertelling; vertelsel; weergave aankondigen; aansluiting; akkoord; band; bekendmaken; bericht; binding; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; melden; notulen; ommegang; pact; rapport; referaat; relatie; samenhang; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhouding; verkering; verslag
tradition geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel gebruik; gewoonte; overlevering; traditie; usance
- geschiedenis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exposé belicht; beschenen; bijgelicht; geopend; helder geworden; ontsloten; opengelegd; opgehelderd; opgetrokken; toegelicht; uitgelegd; verhelderd; verlicht

Verwante woorden van "verhaal":


Synoniemen voor "verhaal":


Verwante definities voor "verhaal":

  1. verslag van echte of verzonnen gebeurtenissen1
    • hij vertelde een spannend verhaal1

Wiktionary: verhaal

verhaal
noun
  1. een verslag van een waargebeurde of verzonnen gebeurtenis
verhaal
Cross Translation:
FromToVia
verhaal récit narrative — systematic recitation of an event
verhaal histoire; conte story — account of events