Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verkavelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verkavelen (Nederlands) in het Frans

verkavelen:

verkavelen werkwoord (verkavel, verkavelt, verkavelde, verkavelden, verkaveld)

  1. verkavelen (verdelen; kavelen)

Conjugations for verkavelen:

o.t.t.
  1. verkavel
  2. verkavelt
  3. verkavelt
  4. verkavelen
  5. verkavelen
  6. verkavelen
o.v.t.
  1. verkavelde
  2. verkavelde
  3. verkavelde
  4. verkavelden
  5. verkavelden
  6. verkavelden
v.t.t.
  1. heb verkaveld
  2. hebt verkaveld
  3. heeft verkaveld
  4. hebben verkaveld
  5. hebben verkaveld
  6. hebben verkaveld
v.v.t.
  1. had verkaveld
  2. had verkaveld
  3. had verkaveld
  4. hadden verkaveld
  5. hadden verkaveld
  6. hadden verkaveld
o.t.t.t.
  1. zal verkavelen
  2. zult verkavelen
  3. zal verkavelen
  4. zullen verkavelen
  5. zullen verkavelen
  6. zullen verkavelen
o.v.t.t.
  1. zou verkavelen
  2. zou verkavelen
  3. zou verkavelen
  4. zouden verkavelen
  5. zouden verkavelen
  6. zouden verkavelen
diversen
  1. verkavel!
  2. verkavelt!
  3. verkaveld
  4. verkavelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verkavelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diviser en lots kavelen; verdelen; verkavelen
répartir en lots kavelen; verdelen; verkavelen
vendre par lots kavelen; verdelen; verkavelen