Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verklappen (Nederlands) in het Frans

verklappen:

verklappen werkwoord (verklap, verklapt, verklapte, verklapten, verklapt)

  1. verklappen (klikken)
    dénoncer; rapporter; trahir; déceler; cafarder; divulguer quelque chose; moucharder; dénoncer quelqu'un
    • dénoncer werkwoord (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • rapporter werkwoord (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
    • trahir werkwoord (trahis, trahit, trahissons, trahissez, )
    • déceler werkwoord (décèle, décèles, décelons, décelez, )
    • cafarder werkwoord
    • moucharder werkwoord (moucharde, mouchardes, mouchardons, mouchardez, )
  2. verklappen (verklikken; verraden; klikken; verlinken)
    trahir; déceler; dénoncer; rapporter; divulguer; moucharder; colporter
    • trahir werkwoord (trahis, trahit, trahissons, trahissez, )
    • déceler werkwoord (décèle, décèles, décelons, décelez, )
    • dénoncer werkwoord (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • rapporter werkwoord (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
    • divulguer werkwoord (divulgue, divulgues, divulguons, divulguez, )
    • moucharder werkwoord (moucharde, mouchardes, mouchardons, mouchardez, )
    • colporter werkwoord (colporte, colportes, colportons, colportez, )
  3. verklappen (verraden; doorslaan)
    dévoiler; lâcher; divulguer quelque chose; rapporter; répandre; dire sans réfléchir; dénoncer quelqu'un
    • dévoiler werkwoord (dévoile, dévoiles, dévoilons, dévoilez, )
    • lâcher werkwoord (lâche, lâches, lâchons, lâchez, )
    • rapporter werkwoord (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, )
    • répandre werkwoord (répands, répand, répandons, répandez, )
  4. verklappen (verraden; uitbrengen; verklikken; )
    dénoncer; trahir; dénoncer quelqu'un
    • dénoncer werkwoord (dénonce, dénonces, dénonçons, dénoncez, )
    • trahir werkwoord (trahis, trahit, trahissons, trahissez, )

Conjugations for verklappen:

o.t.t.
  1. verklap
  2. verklapt
  3. verklapt
  4. verklappen
  5. verklappen
  6. verklappen
o.v.t.
  1. verklapte
  2. verklapte
  3. verklapte
  4. verklapten
  5. verklapten
  6. verklapten
v.t.t.
  1. heb verklapt
  2. hebt verklapt
  3. heeft verklapt
  4. hebben verklapt
  5. hebben verklapt
  6. hebben verklapt
v.v.t.
  1. had verklapt
  2. had verklapt
  3. had verklapt
  4. hadden verklapt
  5. hadden verklapt
  6. hadden verklapt
o.t.t.t.
  1. zal verklappen
  2. zult verklappen
  3. zal verklappen
  4. zullen verklappen
  5. zullen verklappen
  6. zullen verklappen
o.v.t.t.
  1. zou verklappen
  2. zou verklappen
  3. zou verklappen
  4. zouden verklappen
  5. zouden verklappen
  6. zouden verklappen
diversen
  1. verklap!
  2. verklapt!
  3. verklapt
  4. verklappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verklappen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cafarder klikken; verklappen
colporter klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden colporteren; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; huis-aan-huis-verkopen; leuren; rondbrieven; rondvertellen; uitventen; venten
dire sans réfléchir doorslaan; verklappen; verraden eruit flappen; uitflappen; uitklappen
divulguer klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden alom bekend maken; openbaren; publiceren; uitbrengen; verbreiden; verspreiden
divulguer quelque chose doorslaan; klikken; verklappen; verraden
déceler klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden blootleggen
dénoncer aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanklagen; beschuldigen; betichten; overbrieven; ten laste leggen; uit de school klappen; verklikken
dénoncer quelqu'un aanbrengen; aangeven; doorslaan; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
dévoiler doorslaan; verklappen; verraden bloot leggen; ontsluieren; rechtbuigen; reveleren
lâcher doorslaan; verklappen; verraden bevrijden; eraf gaan; in vrijheid stellen; laten gaan; laten slippen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijlaten
moucharder klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden overbrieven; uit de school klappen; verklikken
rapporter doorslaan; klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden berichten; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; iets melden; informeren; meedelen; melden; opbrengen; opleveren; overbrieven; rapporteren; rondbrieven; rondvertellen; terecht brengen; terugbezorgen; uit de school klappen; verklikken; verslag uitbrengen
répandre doorslaan; verklappen; verraden afleggen; alom bekend maken; bezwijken; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; een boodschap uitdragen; het onderspit delven; klaar leggen; rondbrieven; ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondstrooien; rondvertellen; spreiden; tenondergaan; uitdelen; uitdragen; uitreiken; uitspreiden; uitstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; vergieten; verhaal vertellen; verhalen; verkondigen; verspreiden; verstrooien; vertellen; waaieren; zich verspreiden
trahir aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden logenstraffen; loochenen; verloochenen; verzaken

Wiktionary: verklappen


Cross Translation:
FromToVia
verklappen claironner ausposaunen — eine Äußerung tätigen, die nicht für die Öffentlichkeit bestimmt war