Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verlummelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verlummelen (Nederlands) in het Frans

verlummelen:

verlummelen werkwoord (verlummel, verlummelt, verlummelde, verlummelden, verlummeld)

  1. verlummelen (verbeuzelen; verknoeien)
    dissiper; gaspiller
    • dissiper werkwoord (dissipe, dissipes, dissipons, dissipez, )
    • gaspiller werkwoord (gaspille, gaspilles, gaspillons, gaspillez, )

Conjugations for verlummelen:

o.t.t.
  1. verlummel
  2. verlummelt
  3. verlummelt
  4. verlummelen
  5. verlummelen
  6. verlummelen
o.v.t.
  1. verlummelde
  2. verlummelde
  3. verlummelde
  4. verlummelden
  5. verlummelden
  6. verlummelden
v.t.t.
  1. heb verlummeld
  2. hebt verlummeld
  3. heeft verlummeld
  4. hebben verlummeld
  5. hebben verlummeld
  6. hebben verlummeld
v.v.t.
  1. had verlummeld
  2. had verlummeld
  3. had verlummeld
  4. hadden verlummeld
  5. hadden verlummeld
  6. hadden verlummeld
o.t.t.t.
  1. zal verlummelen
  2. zult verlummelen
  3. zal verlummelen
  4. zullen verlummelen
  5. zullen verlummelen
  6. zullen verlummelen
o.v.t.t.
  1. zou verlummelen
  2. zou verlummelen
  3. zou verlummelen
  4. zouden verlummelen
  5. zouden verlummelen
  6. zouden verlummelen
diversen
  1. verlummel!
  2. verlummelt!
  3. verlummeld
  4. verlummelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verlummelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dissiper verbeuzelen; verknoeien; verlummelen uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteenstuiven; uiteenvliegen; verdoen; verspillen
gaspiller verbeuzelen; verknoeien; verlummelen bederven; belenen; opmaken; potverteren; stukmaken; verboemelen; verbrassen; verbroddelen; verdoen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verpanden; verpatsen; verpesten; versjacheren; verspillen; verzieken