Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verpakken (Nederlands) in het Frans

verpakken:

verpakken werkwoord (verpak, verpakt, verpakte, verpakten, verpakt)

  1. verpakken (emballeren; inpakken; inwikkelen)
    emballer; empaqueter; faire ses malles; faire un paquet de; couvrir; cartonner; recouvrir; envelopper
    • emballer werkwoord (emballe, emballes, emballons, emballez, )
    • empaqueter werkwoord (empaquette, empaquettes, empaquetons, empaquetez, )
    • faire ses malles werkwoord
    • faire un paquet de werkwoord
    • couvrir werkwoord (couvre, couvres, couvrons, couvrez, )
    • cartonner werkwoord (cartonne, cartonnes, cartonnons, cartonnez, )
    • recouvrir werkwoord (recouvre, recouvres, recouvrons, recouvrez, )
    • envelopper werkwoord (enveloppe, enveloppes, enveloppons, enveloppez, )
  2. verpakken

Conjugations for verpakken:

o.t.t.
  1. verpak
  2. verpakt
  3. verpakt
  4. verpakken
  5. verpakken
  6. verpakken
o.v.t.
  1. verpakte
  2. verpakte
  3. verpakte
  4. verpakten
  5. verpakten
  6. verpakten
v.t.t.
  1. heb verpakt
  2. hebt verpakt
  3. heeft verpakt
  4. hebben verpakt
  5. hebben verpakt
  6. hebben verpakt
v.v.t.
  1. had verpakt
  2. had verpakt
  3. had verpakt
  4. hadden verpakt
  5. hadden verpakt
  6. hadden verpakt
o.t.t.t.
  1. zal verpakken
  2. zult verpakken
  3. zal verpakken
  4. zullen verpakken
  5. zullen verpakken
  6. zullen verpakken
o.v.t.t.
  1. zou verpakken
  2. zou verpakken
  3. zou verpakken
  4. zouden verpakken
  5. zouden verpakken
  6. zouden verpakken
diversen
  1. verpak!
  2. verpakt!
  3. verpakt
  4. verpakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verpakken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verpakken
    l'emballage

Vertaal Matrix voor verpakken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emballage verpakken baal; buitenkant; doos; emballage; huls; inpakpapier; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; pak; pakje; pakket; pakking; postpakket; verpakking; verpakkingspapier
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cartonner emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken kartonneren
couvrir emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; begroeien; bekleden; bemantelen; berichten; beschermen; beschutten; bestrijken; bestrooien; bezaaien; blinderen; compenseren; dekken; goedmaken; hullen; informeren; inhullen; kaften; maskeren; meedelen; melden; met gespannen voorwerp omsluiten; omhullen; omspannen; overkappen; overspannen; overtrekken; overwelven; rapporteren; stofferen; tijd in beslag nemen; van bekleding voorzien; vergoeden; verhullen; verslag uitbrengen; versluieren
emballer emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken emballeren; inpakken; kartonneren; omwikkelen; wikkelen
empaqueter emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken kartonneren
envelopper emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken bedekken; bemantelen; beperken; bijsluiten; bijvoegen; emballeren; hullen; indammen; inhullen; inkapselen; inkleden; inpakken; inpalmen; inperken; insluiten; limiteren; maskeren; om het lijf binden; ombinden; omcirkelen; omhullen; omsingelen; omsluiten; omwikkelen; omwinden; toevoegen; van afsluitende laag voorzien; verhullen; versluieren; wikkelen
faire ses malles emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken
faire un paquet de emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken
inclure dans un wrapper verpakken
recouvrir emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken bedekken; bekleden; dekken; overdekken; overkappen; overtrekken; overwelven; stofferen; van bekleding voorzien

Wiktionary: verpakken


Cross Translation:
FromToVia
verpakken ensacher bag — to put into a bag
verpakken → [[mettre en boîte]]; emboîter box — place inside a box
verpakken emballer wrap up — To fold and secure something to be the cover or protection