Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstoppen (Nederlands) in het Frans

verstoppen:

verstoppen werkwoord (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)

  1. verstoppen (verbergen; achterhouden; verhullen; )
    cacher; camoufler; taire; déguiser; abriter; dissimuler; omettre; mettre en sûreté; détenir; receler; retenir; voiler; farder
    • cacher werkwoord (cache, caches, cachons, cachez, )
    • camoufler werkwoord (camoufle, camoufles, camouflons, camouflez, )
    • taire werkwoord (tais, tait, taisons, taisez, )
    • déguiser werkwoord (déguise, déguises, déguisons, déguisez, )
    • abriter werkwoord (abrite, abrites, abritons, abritez, )
    • dissimuler werkwoord (dissimule, dissimules, dissimulons, dissimulez, )
    • omettre werkwoord (omets, omet, omettons, omettez, )
    • mettre en sûreté werkwoord
    • détenir werkwoord (détiens, détient, détenons, détenez, )
    • receler werkwoord (recèle, recèles, recelons, recelez, )
    • retenir werkwoord (retiens, retient, retenons, retenez, )
    • voiler werkwoord (voile, voiles, voilons, voilez, )
    • farder werkwoord (farde, fardes, fardons, fardez, )
  2. verstoppen (verbergen; achterhouden; verduisteren; verheimelijken; wegstoppen)
    cacher; camoufler; déguiser; mettre en sûreté; abriter; dissimuler; détenir; omettre; receler; retenir; voiler; farder; celer; se taire de quelque chose
    • cacher werkwoord (cache, caches, cachons, cachez, )
    • camoufler werkwoord (camoufle, camoufles, camouflons, camouflez, )
    • déguiser werkwoord (déguise, déguises, déguisons, déguisez, )
    • mettre en sûreté werkwoord
    • abriter werkwoord (abrite, abrites, abritons, abritez, )
    • dissimuler werkwoord (dissimule, dissimules, dissimulons, dissimulez, )
    • détenir werkwoord (détiens, détient, détenons, détenez, )
    • omettre werkwoord (omets, omet, omettons, omettez, )
    • receler werkwoord (recèle, recèles, recelons, recelez, )
    • retenir werkwoord (retiens, retient, retenons, retenez, )
    • voiler werkwoord (voile, voiles, voilons, voilez, )
    • farder werkwoord (farde, fardes, fardons, fardez, )
    • celer werkwoord (cèle, cèles, celons, celez, )
  3. verstoppen (verschuilen)

Conjugations for verstoppen:

o.t.t.
  1. verstop
  2. verstopt
  3. verstopt
  4. verstoppen
  5. verstoppen
  6. verstoppen
o.v.t.
  1. verstopte
  2. verstopte
  3. verstopte
  4. verstopten
  5. verstopten
  6. verstopten
v.t.t.
  1. heb verstopt
  2. hebt verstopt
  3. heeft verstopt
  4. hebben verstopt
  5. hebben verstopt
  6. hebben verstopt
v.v.t.
  1. had verstopt
  2. had verstopt
  3. had verstopt
  4. hadden verstopt
  5. hadden verstopt
  6. hadden verstopt
o.t.t.t.
  1. zal verstoppen
  2. zult verstoppen
  3. zal verstoppen
  4. zullen verstoppen
  5. zullen verstoppen
  6. zullen verstoppen
o.v.t.t.
  1. zou verstoppen
  2. zou verstoppen
  3. zou verstoppen
  4. zouden verstoppen
  5. zouden verstoppen
  6. zouden verstoppen
diversen
  1. verstop!
  2. verstopt!
  3. verstopt
  4. verstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verstoppen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abriter achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen afdekken; afschermen; afschutten; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; in bescherming nemen; opvangen; van alarm voorzien; van onderdak voorzien
cacher achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bedekken; bemantelen; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; camoufleren; gevoelens verdringen; hullen; iemand van de plaats dringen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; van alarm voorzien; verdringen; verhelen; verhullen; versluieren; verzwijgen; wegsteken; wegstoppen
camoufler achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren
celer achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; verhelen; verzwijgen
dissimuler achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bedekken; bemantelen; beveiligen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; ontveinzen; van alarm voorzien; verbloemen; verhelen; verhullen; versluieren; verzwijgen
déguiser achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen andere kleren aantrekken; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; omkleden; verbloemen; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren; woorden verdraaien
détenir achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen detineren; gevangen houden; gevangen zetten; gevangenhouden; in de cel zetten; in hechtenis houden; interneren; isoleren; opsluiten; vasthouden; vastzetten
farder achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen make-up aanbrengen; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; optutten; tooien; verbloemen; verfraaien; verluchten; zich mooi maken
mettre en sûreté achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen bergen; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; in veiligheid brengen; van alarm voorzien
omettre achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen overslaan; verzaken; verzuimen; weglaten
receler achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen beveiligen; gestolen goed verkopen; helen; van alarm voorzien
retenir achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen achterhouden; afhouden; aftrekken; bedaren; bedwingen; beet hebben; beheersen; beletten; beteugelen; blijven staan; charteren; dwarsbomen; dwarsliggen; ervanaf houden; geen afstand doen van; gevangen zetten; handhaven; houden; huren; in bedwang houden; in de cel zetten; in mindering brengen; inhouden; interneren; intomen; isoleren; matigen; naar zich toe trekken; niet laten gaan; onderdrukken; onthouden; opnemen; opslaan; opsluiten; reserveren; stand houden; stilhouden; stilstaan; stoppen; tegenwerken; terughouden; vasthebben; vasthouden; vastzetten; verrekenen; voorbehouden; weerhouden
s'abriter verschuilen; verstoppen bescherming zoeken; schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
se cacher verschuilen; verstoppen bescherming zoeken; onderduiken; schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen; zich schuilhouden
se mettre à l'abri verschuilen; verstoppen bescherming zoeken; schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
se taire de quelque chose achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; verhelen; verzwijgen
taire achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen achterhouden; verhelen; verzwijgen
voiler achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbloemen; verhullen; versluieren
- verbergen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cacher bedekken; met iets bestrijken

Synoniemen voor "verstoppen":


Antoniemen van "verstoppen":


Verwante definities voor "verstoppen":

  1. ervoor zorgen dat anderen het niet zien of merken1
    • wie heeft die lolly onder mijn trui verstopt?1

Wiktionary: verstoppen

verstoppen
verb
  1. iets stoppen waar het niet gemakkelijk gevonden zal worden
verstoppen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. mettre (une personne ou une chose) en un lieu où on ne peut pas la voir, la découvrir.

Cross Translation:
FromToVia
verstoppen boucher block — to fill
verstoppen cacher; dissimuler conceal — to hide something
verstoppen dissimuler; cacher; masquer hide — (transitive)
verstoppen se cacher hide — (intransitive)
verstoppen mettre de côté stash — store away for later use
verstoppen cacher verbergen — etwas verstecken
verstoppen cacher verstecken — sich oder jemand anderen oder etwas an einen Ort bringen, der anderen nicht bekannt ist, wo man nicht gesehen wird