Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. versuffen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor versuffen (Nederlands) in het Frans

versuffen:

versuffen werkwoord (versuf, versuft, versufte, versuften, versuft)

  1. versuffen

Conjugations for versuffen:

o.t.t.
  1. versuf
  2. versuft
  3. versuft
  4. versuffen
  5. versuffen
  6. versuffen
o.v.t.
  1. versufte
  2. versufte
  3. versufte
  4. versuften
  5. versuften
  6. versuften
v.t.t.
  1. heb versuft
  2. hebt versuft
  3. heeft versuft
  4. hebben versuft
  5. hebben versuft
  6. hebben versuft
v.v.t.
  1. had versuft
  2. had versuft
  3. had versuft
  4. hadden versuft
  5. hadden versuft
  6. hadden versuft
o.t.t.t.
  1. zal versuffen
  2. zult versuffen
  3. zal versuffen
  4. zullen versuffen
  5. zullen versuffen
  6. zullen versuffen
o.v.t.t.
  1. zou versuffen
  2. zou versuffen
  3. zou versuffen
  4. zouden versuffen
  5. zouden versuffen
  6. zouden versuffen
diversen
  1. versuf!
  2. versuft!
  3. versuft
  4. versuffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor versuffen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rendre stupide versuffen
s'abrutir versuffen verwilderen

Wiktionary: versuffen

versuffen
verb
  1. suf worden
    • versuffen → s'abêtir

Cross Translation:
FromToVia
versuffen abasourdir; étourdir daze — to stupefy with excess of light; with a blow, with cold, or with fear; to confuse; to benumb