Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verveelvoudigen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verveelvoudigen (Nederlands) in het Frans

verveelvoudigen:

verveelvoudigen werkwoord (verveelvoudig, verveelvoudigt, verveelvoudigde, verveelvoudigden, verveelvoudigd)

  1. verveelvoudigen (vermenigvuldigen)
    multiplier
    • multiplier werkwoord (multiplie, multiplies, multiplions, multipliez, )

Conjugations for verveelvoudigen:

o.t.t.
  1. verveelvoudig
  2. verveelvoudigt
  3. verveelvoudigt
  4. verveelvoudigen
  5. verveelvoudigen
  6. verveelvoudigen
o.v.t.
  1. verveelvoudigde
  2. verveelvoudigde
  3. verveelvoudigde
  4. verveelvoudigden
  5. verveelvoudigden
  6. verveelvoudigden
v.t.t.
  1. heb verveelvoudigd
  2. hebt verveelvoudigd
  3. heeft verveelvoudigd
  4. hebben verveelvoudigd
  5. hebben verveelvoudigd
  6. hebben verveelvoudigd
v.v.t.
  1. had verveelvoudigd
  2. had verveelvoudigd
  3. had verveelvoudigd
  4. hadden verveelvoudigd
  5. hadden verveelvoudigd
  6. hadden verveelvoudigd
o.t.t.t.
  1. zal verveelvoudigen
  2. zult verveelvoudigen
  3. zal verveelvoudigen
  4. zullen verveelvoudigen
  5. zullen verveelvoudigen
  6. zullen verveelvoudigen
o.v.t.t.
  1. zou verveelvoudigen
  2. zou verveelvoudigen
  3. zou verveelvoudigen
  4. zouden verveelvoudigen
  5. zouden verveelvoudigen
  6. zouden verveelvoudigen
diversen
  1. verveelvoudig!
  2. verveelvoudigt!
  3. verveelvoudigd
  4. verveelvoudigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verveelvoudigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
multiplier vermenigvuldigen; verveelvoudigen aangroeien; dupliceren; multipliceren; zich vermeerderen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
multiplier gespikkeld