Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verward (Nederlands) in het Frans

verward:

verward bijvoeglijk naamwoord

  1. verward (geestelijk verward; in de war; ondersteboven)
    confus; embrouillé; bouleversé; emmêlé; confondu; brouillon
  2. verward (onthutst; ondersteboven; in de war; geestelijk verward)
    confondu; confus; sens dessus dessous; bouleversé; renversé; obscur; compliqué; complexe; brouillon; sophistiqué; diffus; à l'envers; embrouillé; emmêlé

Vertaal Matrix voor verward:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brouillon aantekening; briefje; broddelwerk; concept; geflikflooi; geklooi; gekreukt papiertje; gerommel; gerotzooi; kattebelletje; klad; kladbriefje; kladje; kladschrift; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opschrijving; proefversie; prutswerk; schrijfsel
complexe gebouwencomplex
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- vaag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouleversé geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward getroffen; het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven; onthutst; ontsteld; overstuur; verschrikt
brouillon geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward complex; gecompliceerd; ingewikkeld
complexe geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward complex; gecompliceerd; ingewikkeld; samengesteld
compliqué geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward complex; gecompliceerd; ingewikkeld; kritisch; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; onoverzichtelijk; problematisch; samengesteld; zwaar
confondu geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
confus geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward bedremmeld; complex; door elkaar heen; gecompliceerd; gedempt; halfluid; ingewikkeld; onduidelijk; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk; warrig; wollig
diffus geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward breedsprakig; breedvoerig; diffuus; in details; langdradig; omslachtig; omstandig; schemerig; schimmig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; vaag waarneembaar; wijdlopig
embrouillé geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward complex; diffuus; door elkaar heen; gecompliceerd; ingewikkeld; vaag waarneembaar; warrig
emmêlé geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
obscur geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward boosaardig; complex; cryptisch; donker; dreigend; dubieus; duister; gecompliceerd; geheimzinnig; glibberig; huiveringwekkend; ingewikkeld; louche; luguber; mysterieus; obscuur; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; onverlicht; raadselachtig; sinister; verdacht; wollig
renversé geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward binnenstebuiten; het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven
sens dessus dessous geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward binnenstebuiten; omgekeerd
sophistiqué geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward complex; gecompliceerd; ingewikkeld
à l'envers geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward achterstevoren; averechts; binnenstebuiten; het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven; verkeerd

Verwante woorden van "verward":


Wiktionary: verward

verward
adjective
  1. dont il est impossible de distinguer les éléments constitutifs.

Cross Translation:
FromToVia
verward chaotique chaotic — Extremely disorganized or in disarray
verward confondu confused — chaotic, jumbled or muddled
verward bouleversé; troublé; effaré verstört — (nicht krankhaft) seelisch oder geistig verwirrt (meist plötzlich und für kurze Zeit)

verwarren:

verwarren werkwoord (verwar, verwart, verwarde, verwarden, verward)

  1. verwarren (tot een warboel maken; haspelen)
    embrouiller; cochonner
    • embrouiller werkwoord (embrouille, embrouilles, embrouillons, embrouillez, )
    • cochonner werkwoord (cochonne, cochonnes, cochonnons, cochonnez, )
  2. verwarren (van zijn stuk brengen; ontredderen; in de war brengen)
    dérouter; déconcerter
    • dérouter werkwoord
    • déconcerter werkwoord (déconcerte, déconcertes, déconcertons, déconcertez, )

Conjugations for verwarren:

o.t.t.
  1. verwar
  2. verwart
  3. verwart
  4. verwarren
  5. verwarren
  6. verwarren
o.v.t.
  1. verwarde
  2. verwarde
  3. verwarde
  4. verwarden
  5. verwarden
  6. verwarden
v.t.t.
  1. heb verward
  2. hebt verward
  3. heeft verward
  4. hebben verward
  5. hebben verward
  6. hebben verward
v.v.t.
  1. had verward
  2. had verward
  3. had verward
  4. hadden verward
  5. hadden verward
  6. hadden verward
o.t.t.t.
  1. zal verwarren
  2. zult verwarren
  3. zal verwarren
  4. zullen verwarren
  5. zullen verwarren
  6. zullen verwarren
o.v.t.t.
  1. zou verwarren
  2. zou verwarren
  3. zou verwarren
  4. zouden verwarren
  5. zouden verwarren
  6. zouden verwarren
diversen
  1. verwar!
  2. verwart!
  3. verward
  4. verwarrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verwarren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cochonner haspelen; tot een warboel maken; verwarren aanrommelen; aanrotzooien; kladderen; kliederen; klodderen; knoeien; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip
déconcerter in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren
dérouter in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren
embrouiller haspelen; tot een warboel maken; verwarren

Verwante definities voor "verwarren":

  1. het door elkaar doen zodat het rommelig wordt1
    • wie heeft al dat touw zo verward?1
  2. per ongeluk verwisselen in je gedachten1
    • die tweelingen worden vaak met elkaar verward1

Wiktionary: verwarren

verwarren
verb
  1. in de war brengen
verwarren
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. engager dans des entraves, dans ce qui gêner. — note Il se dit proprement parler des pieds, des jambes.
  3. envelopper un objet dans quelque chose que l’on tortiller ou tortiller quelque chose autour d’un objet.
  4. Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout
  5. aller de nouveau en un lieu.
  6. rendre trouble.

Cross Translation:
FromToVia
verwarren épater; troubler boggle — to confuse or mystify; overwhelm
verwarren confondre confuse — to mistake one thing for another
verwarren zizanie disarray — To throw into disorder; to break the array of
verwarren tortiller; empêtrer; intriquer entangle — twist or interweave
verwarren mélanger; confondre muddle — mix together, to mix up; to confuse
verwarren déséquilibrer; troubler unhinge — to mentally disturb
verwarren bouleverser upset — disturb, disrupt, unfavorably alter

Verwante vertalingen van verward