Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. voorschrijven:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor voorschrijven:
    • proscrire


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorschrijven (Nederlands) in het Frans

voorschrijven:

voorschrijven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. voorschrijven (beschikken; verordenen; bepalen)
    la prescription; l'impérative; la proclamation

voorschrijven werkwoord (schrijf voor, schrijft voor, schreef voor, schreven voor, voorgeschreven)

  1. voorschrijven (gebieden; gelasten)
    prescrire; commander
    • prescrire werkwoord (prescris, prescrit, prescrivons, prescrivez, )
    • commander werkwoord (commande, commandes, commandons, commandez, )
  2. voorschrijven (gelasten; bevelen; gebieden; dicteren)
    ordonner; prescrire; commander; dicter
    • ordonner werkwoord (ordonne, ordonnes, ordonnons, ordonnez, )
    • prescrire werkwoord (prescris, prescrit, prescrivons, prescrivez, )
    • commander werkwoord (commande, commandes, commandons, commandez, )
    • dicter werkwoord (dicte, dictes, dictons, dictez, )

Conjugations for voorschrijven:

o.t.t.
  1. schrijf voor
  2. schrijft voor
  3. schrijft voor
  4. schrijven voor
  5. schrijven voor
  6. schrijven voor
o.v.t.
  1. schreef voor
  2. schreef voor
  3. schreef voor
  4. schreven voor
  5. schreven voor
  6. schreven voor
v.t.t.
  1. heb voorgeschreven
  2. hebt voorgeschreven
  3. heeft voorgeschreven
  4. hebben voorgeschreven
  5. hebben voorgeschreven
  6. hebben voorgeschreven
v.v.t.
  1. had voorgeschreven
  2. had voorgeschreven
  3. had voorgeschreven
  4. hadden voorgeschreven
  5. hadden voorgeschreven
  6. hadden voorgeschreven
o.t.t.t.
  1. zal voorschrijven
  2. zult voorschrijven
  3. zal voorschrijven
  4. zullen voorschrijven
  5. zullen voorschrijven
  6. zullen voorschrijven
o.v.t.t.
  1. zou voorschrijven
  2. zou voorschrijven
  3. zou voorschrijven
  4. zouden voorschrijven
  5. zouden voorschrijven
  6. zouden voorschrijven
diversen
  1. schrijf voor!
  2. schrijft voor!
  3. voorgeschreven
  4. voorschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor voorschrijven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impérative bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven
prescription bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven farmaceutisch recept; oplegging; orde; receptuur; regel; regeling; reglement; richtlijn; richtsnoer; voorschrift; wet
proclamation bepalen; beschikken; verordenen; voorschrijven aankondiging; afkondiging; bekendmaking; decreet; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; uitvaardiging; verkondiging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commander bevelen; dicteren; gebieden; gelasten; voorschrijven aanvoeren; bestellen; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; iem. afdwingen; leiden; leiding geven; leidinggeven; macht uitoefenen; managen; ontrukken; onttrekken; opdragen; orderen; overheersen; regeren; verordenen; voorzitten
dicter bevelen; dicteren; gebieden; gelasten; voorschrijven bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; gebieden; gelasten; ingeven; opdragen; verordenen; verordonneren
ordonner bevelen; dicteren; gebieden; gelasten; voorschrijven aanvoeren; afkondigen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; een brief dicteren; gebieden; gelasten; leiden; leidinggeven; opdragen; ordenen; ordonneren; uitvaardigen; verordenen; verordineren; verordonneren
prescrire bevelen; dicteren; gebieden; gelasten; voorschrijven bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; verordenen; verordonneren

Verwante definities voor "voorschrijven":

  1. het als regel of opdracht geven1
    • de dokter heeft hem bedrust voorgeschreven1

Wiktionary: voorschrijven

voorschrijven
verb
  1. een schriftelijke opdracht geven
voorschrijven
verb
  1. Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général).
  2. Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.
  3. Ordonner, marquer précisément ce qu’on veut qui soit fait.
noun
  1. Règles, conseils par écrit