Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. walgen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor walgen (Nederlands) in het Frans

walgen:

walgen werkwoord (walg, walgt, walgde, walgden, gewalg)

  1. walgen

Conjugations for walgen:

o.t.t.
  1. walg
  2. walgt
  3. walgt
  4. walgen
  5. walgen
  6. walgen
o.v.t.
  1. walgde
  2. walgde
  3. walgde
  4. walgden
  5. walgden
  6. walgden
v.t.t.
  1. heb gewalg
  2. hebt gewalg
  3. heeft gewalg
  4. hebben gewalg
  5. hebben gewalg
  6. hebben gewalg
v.v.t.
  1. had gewalg
  2. had gewalg
  3. had gewalg
  4. hadden gewalg
  5. hadden gewalg
  6. hadden gewalg
o.t.t.t.
  1. zal walgen
  2. zult walgen
  3. zal walgen
  4. zullen walgen
  5. zullen walgen
  6. zullen walgen
o.v.t.t.
  1. zou walgen
  2. zou walgen
  3. zou walgen
  4. zouden walgen
  5. zouden walgen
  6. zouden walgen
diversen
  1. walg!
  2. walgt!
  3. gewalg
  4. walgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor walgen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
être dégoûté de walgen
être écoeuré de walgen