Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. wegvegen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wegvegen (Nederlands) in het Frans

wegvegen:

wegvegen werkwoord (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)

  1. wegvegen (uitvlakken; wissen; uitwissen; )
    effacer; enlever; essuyer; entraîner; aplatir; aplanir; faire disparaître; balayer; gommer; torcher
    • effacer werkwoord (efface, effaces, effaçons, effacez, )
    • enlever werkwoord (enlève, enlèves, enlevons, enlevez, )
    • essuyer werkwoord (essuie, essuies, essuyons, essuyez, )
    • entraîner werkwoord (entraîne, entraînes, entraînons, entraînez, )
    • aplatir werkwoord (aplatis, aplatit, aplatissons, aplatissez, )
    • aplanir werkwoord (aplanis, aplanit, aplanissons, aplanissez, )
    • faire disparaître werkwoord
    • balayer werkwoord (balaye, balayes, balayons, balayez, )
    • gommer werkwoord (gomme, gommes, gommons, gommez, )
    • torcher werkwoord (torche, torches, torchons, torchez, )
  2. wegvegen (vegen; afvegen)
    effacer; balayer
    • effacer werkwoord (efface, effaces, effaçons, effacez, )
    • balayer werkwoord (balaye, balayes, balayons, balayez, )

Conjugations for wegvegen:

o.t.t.
  1. veeg weg
  2. veegt weg
  3. veegt weg
  4. vegen weg
  5. vegen weg
  6. vegen weg
o.v.t.
  1. veegde weg
  2. veegde weg
  3. veegde weg
  4. veegden weg
  5. veegden weg
  6. veegden weg
v.t.t.
  1. heb weggeveegd
  2. hebt weggeveegd
  3. heeft weggeveegd
  4. hebben weggeveegd
  5. hebben weggeveegd
  6. hebben weggeveegd
v.v.t.
  1. had weggeveegd
  2. had weggeveegd
  3. had weggeveegd
  4. hadden weggeveegd
  5. hadden weggeveegd
  6. hadden weggeveegd
o.t.t.t.
  1. zal wegvegen
  2. zult wegvegen
  3. zal wegvegen
  4. zullen wegvegen
  5. zullen wegvegen
  6. zullen wegvegen
o.v.t.t.
  1. zou wegvegen
  2. zou wegvegen
  3. zou wegvegen
  4. zouden wegvegen
  5. zouden wegvegen
  6. zouden wegvegen
diversen
  1. veeg weg!
  2. veegt weg!
  3. weggeveegd
  4. wegvegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wegvegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aplanir uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; platmaken; polijsten
aplatir uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen afplatten; effenen; fijndrukken; platdrukken; platmaken; platstampen; platwalsen; pletten
balayer afvegen; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vegen; vlakken; wegvegen; wissen begeleiden; bezemen; leiden; meevoeren; opvegen; ruimen; uitroeien; vagen; vegen; voeren; wegvagen
effacer afvegen; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vegen; vlakken; wegvegen; wissen in de doofpot stoppen; uitroeien; vagen; verdoezelen; wegvagen; wissen
enlever uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen aanwrijven; achteroverdrukken; afhalen; afnemen; afplukken; afrukken; afscheuren; benemen; beroven; beroven van; beschuldigen; bestelen; blameren; depriveren; erafhalen; eruit nemen; gappen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; inpikken; jatten; kapen; kidnappen; kwalijk nemen; laken; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegstelen; legen; loshalen; lospeuteren; losplukken; meenemen; naar buiten halen; nadragen; ontfutselen; ontkleden; ontnemen; ontvoeren; ontvreemden; ophalen; pikken; plukken; plunderen; roven; ruimen; schaken; snaaien; stelen; te kort doen; toeëigenen; uitdoen; uithalen; uitkleden; uitnemen; uittrekken; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; voor de voeten gooien; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; wegsnijden; wegsteken; wegstoppen
entraîner uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen aanlokken; africhten; begeleiden; bekwamen; coachen; dier africhten; dresseren; harden; leiden; lokken; meelokken; meeslepen; meesleuren; meetrekken; meetronen; meevoeren; met zich meeslepen; oefenen; ontwikkelen; repeteren; trainen; trekken; verleiden; verlokken; voeren; voortlokken; voorttrekken; weglokken
essuyer uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen afboenen; afschrobben; afstrijken; afvegen; afwissen; boenen; dweilen; lepel afstrijken; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben
faire disparaître uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen uitroeien; wegvagen
gommer uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen
torcher uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen

Wiktionary: wegvegen

wegvegen
Cross Translation:
FromToVia
wegvegen effacer rub out — delete or erase by rubbing