Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. werknemers:
  2. werknemer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werknemers (Nederlands) in het Frans

werknemers:

werknemers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de werknemers (employees)
    l'employés; le personnel; le service

Vertaal Matrix voor werknemers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
employés employees; werknemers bediening; besturing; personeel; staf
personnel employees; werknemers bediening; besturing; personeel; staf
service employees; werknemers bediening; bedieningsgeld; besturing; bijstand; botteling; dienst; diensten; dienstplicht; ondersteuning; opdienen; politiedienst; serveren; service; serviceverlening; tafelbediening; uitserveren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
personnel besloten; persoonlijk; persoonsgebonden; privé; subjectief

Verwante woorden van "werknemers":


werknemer:

werknemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de werknemer (personeelslid; medewerker; klerk; )
    l'employé; le membre du personnel; l'assistant; le salarié; le clerc
  2. de werknemer (arbeidskracht; werkkracht)
    l'employé; le travailleur; l'ouvrier; le salarié; la main-d'oeuvre
  3. de werknemer
    l'employé

Vertaal Matrix voor werknemer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assistant arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer assistent; getuige; handlanger; helper; hulp; hulpleraar; hulponderwijzer; omstander; secondant; tijdelijke leerkracht; toeschouwer; trawant
clerc arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer assistent; helper; hulp; kantoorbediende; klerk; pennenlikker; secondant
employé arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer ambtenaar; arbeider; beambte; employé; geëmployeerde; pennenlikker; werker; werkkracht; werkman
main-d'oeuvre arbeidskracht; werkkracht; werknemer arbeidskrachten; mankracht; personeel; staf
membre du personnel arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer assistent; helper; hulp; secondant
ouvrier arbeidskracht; werkkracht; werknemer ambachtsman; arbeider; handarbeider; handwerker; handwerksman; werker; werkkracht; werkman
salarié arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeider; employé; loonarbeider; loontrekker; werker; werkkracht; werkman; werknemer in loondienst
travailleur arbeidskracht; werkkracht; werknemer arbeider; werker; werkkracht; werkman
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salarié bezoldigd; loontrekkend
travailleur actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; noest; werkend; werkzaam

Verwante woorden van "werknemer":


Verwante definities voor "werknemer":

  1. wie bij een persoon, bedrijf of organisatie werkt1
    • bij deze fabriek werken 200 werknemers1

Wiktionary: werknemer

werknemer
Cross Translation:
FromToVia
werknemer employé; employée employee — individual who provides labor to a company or another person

Verwante vertalingen van werknemers