Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zitvlak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zitvlak (Nederlands) in het Frans

zitvlak:

zitvlak [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zitvlak (bibs; kont; achterwerk; )
    le derrière; le cul; la queue; la fesse; le postérieur
    • derrière [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cul [le ~] zelfstandig naamwoord
    • queue [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fesse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • postérieur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zitvlak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cul achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
derrière achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk aars; anus; gat
fesse achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk bil
postérieur achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
queue achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk colonne; file; keu; rij; staartstuk; stuit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
derrière aansluitend; achter; achteraan; achterop; daarachter; daarna; daarop; erachter; hierachter

Verwante woorden van "zitvlak":

  • zitvlakken

Wiktionary: zitvlak

zitvlak
noun
  1. achterste, achterwerk
zitvlak
noun
  1. anatomie|fr La partie arrière du corps de quadrupèdes tel le cheval, après les reins (région lombaire) et les hanches, et avant la queue, et qui correspond aux fesses chez l'homme.
  2. Le derrière, les fesses d’un humain

Cross Translation:
FromToVia
zitvlak séant; postérieur GesäßAnatomie: ein nur bei Menschen und ansatzweise bei Affen ausgeprägtes Körperteil am unteren Rumpfende
zitvlak cul Arschumgangssprachlich, vulgär: für Hinterteil, Po, Gesäß
zitvlak séant; siège seat — part of an object or individual directly involved in sitting