Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal zwijmelen

Vertaal zwijmelen van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

zwijmelen:
- tomber dans les pommes; se trouver mal
zwijmel:
- vertige; ivresse; griserie; étourdissement
Wiktionary:
- zwijmel → défaillance, faiblesse, ivresse

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwijmelen (Nederlands) in het Frans

zwijmelen:

zwijmelen werkwoord

zwijmelen (in katzwijm vallen)
tomber dans les pommes; se trouver mal
- tomber dans les pommes werkwoord
- se trouver mal werkwoord

Vertaal Matrix voor zwijmelen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
se trouver mal	in katzwijm vallen; zwijmelen
tomber dans les pommes	in katzwijm vallen; zwijmelen

Verwante woorden van "zwijmelen":

zwijmel

zwijmel:

zwijmel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de zwijmel
le vertige; l'ivresse; la griserie; l'étourdissement
- vertige [le ~] zelfstandig naamwoord
- ivresse [la ~] zelfstandig naamwoord
- griserie [la ~] zelfstandig naamwoord
- étourdissement [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zwijmel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
griserie	zwijmel	bedwelming; flauwte; roes; versuffing; zwijm
ivresse	zwijmel	beschonkenheid; dronkenschap
vertige	zwijmel	acrofobie; duizeling; hoogtevrees; vertigo
étourdissement	zwijmel	bedwelming; duizeligheid; duizeling; flauwte; gevoelloosheid; verdoofdheid; verdoving; versuffing; zwijm

Verwante woorden van "zwijmel":

zwijmelen

Wiktionary: zwijmel

zwijmel

noun

perte momentanée des forces physiques accompagner souvent d’une perte de connaissance.
- défaillance → katzwijm; draaierigheid; duizeligheid; duizeling; zwijmel; zwakheid; onmacht; fout; in gebreke blijven
état de ce qui est faible.
- faiblesse → katzwijm; lafheid; lafhartigheid; flauwheid; zachtheid; zwakheid; zwakte; draaierigheid; duizeligheid; duizeling; zwijmel
état d’une personne ivre.
- ivresse → beschonkenheid; dronkenschap; zatheid; roes; zwijmel